2 Corinthiers 11:13 Hoe wist Paulus van hun situatie?

Betreft: 2 Ko11:13-23

Vraag:

Spreekt Paulus hier over Farizeeërs die in de Gemeente ingedrongen waren? En hoe wist Paulus van hun situatie? Liet God hem die zien?

Antwoord:

De apostel doelt hier op Joden die binnengedrongen waren. Hij noemt ze in vers 13 schijnapostelen en bedrieglijke arbeiders. Of ze tot de sekte van de farizeeën behoort hebben, zoals Paulus eertijds, weten we niet. Hebreeën en zaad van Abraham waren ze wel, maar hadden ze tot de farizeeën behoord dan zou hij dat waarschijnlijk wel vermeld hebben. Toch kunnen er wel voormalige farizeeën onder hen geweest zijn.
Het behoeft niet zo te zijn dat God Paulus de geestelijke toestand van deze mensen door openbaring bekend gemaakt heeft. Hun optreden gaf voldoende grond voor de beoordeling die hij van hen geeft. Bij de vorming van deze beoordeling kan verlichting of leiding door de Geest zeer wel een rol gespeeld hebben.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies