Betreft: Gl 3: 13; Dt 21: 23
Vraag:
Waarom is iemand die aan het hout hangt vervloekt ?
Antwoord:
Onder Israël werd het lijk van iemand die zo ernstig gezondigd had dat de doodstraf moest worden toegepast, als een schandvlek aan een paal gehangen. ’s Nachts moest zijn lijk van het hout afgehaald en begraven worden, want een gehangene is door God gevloekt. Hij was dat natuurlijk vanwege zijn schanddaad.
Zegenen betekent letterlijk ‘goed spreken van’. Als God iemand zegent, spreekt Hij goed van zo iemand en schenkt hem zijn gunst.
Vervloeken is het tegengestelde. Dan moet God kwade dingen van iemand spreken en staat de betreffende persoon buiten Gods gunst.
Hoewel Christus Jezus volkomen rein en onschuldig was liet Hij zich verhogen op een hout. Dat betekende dat Hij een vloek werd. Dat bracht het hangen aan een hout met zich mee. Hij hing daar namelijk alsof Hij zichzelf de doodstraf waardig gemaakt had. Hij nam echter onze doodstraf op Zich.