Betreft: De wederkomst van Christus.
Vraag:
Als ik denk aan de wederkomst van Christus en alles wat er dan gaat gebeuren, slaat de schrik me om het hart. Hoe kan ik blij zijn met dat schrikbeeld voor ogen?
Antwoord:
Als je als kind iets heel verkeerds gedaan hebt, dan ben je bang om naar je vader toe te gaan. Maar als je hem verteld hebt wat je hebt gedaan en hij je het vergeven heeft, dan hoef je niet meer bang voor hem te zijn. Je stapt dan heel blijmoedig op hem af als je hem weer ziet.
Ieder mens heeft als zondaar alle reden om bang voor God te zijn. Hij is de Heilige en Waarachtige, de levende God, die een verterend vuur is. En wij zijn doemwaardige, schuldige zondaars.
Maar… voor zulke zondaars gaf God nu juist Zijn Zoon over in de kruisdood. Het staat er zo duidelijk: ‘Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe’ (Jh 3:16).
Laten we dat toch goed tot ons laten doordringen! Gods liefde is zo groot dat Hij voor mij, voor u, Zijn Zoon overgaf in de oordeelsdood op het kruis. Als we met onze zondelast en onze verlorenheid naar het kruis gaan en onze schuldigheid en doemwaardigheid voor God erkennen en geloven dat Jezus Christus ook voor ons is gestorven, dan hebben we het eeuwige leven en – zo zegt Jh 5:24 – dan komen we niet in het oordeel.
Dan is de wederkomst van onze Heer Jezus Christus geen schrikbeeld. Dan verwachten we Hem met blijdschap. Hij komt namelijk niet als onze Rechter, maar als onze Redder.
In Jh 14:1-3 vertelt de Heer Jezus dat Hij heengaat om plaats voor ons te bereiden in het Vaderhuis. Stel je voor het vaderhuis!!Zo zeker als Hij dat doet, zo zeker komt Hij ook weer terug – om ons te de oordelen? – nee, om ons tot Zich te nemen, zodat we voortaan altijd zijn waar Hij is. Lees 1Th 4:15-18! Hij komt zelf om ons te halen en daarna zullen we altijd bij de Heer zijn.Wat een schitterende toekomst wacht ons.
Lees 1 Th 5:9 “God heeft ons niet bestemd tot toorn, maar tot het verkrijgen van de behoudenis door onze Heer Jezus Christus”.
We hoeven helemaal niet met angst de toekomst tegemoet te zien als we in Christus als onze Heiland en Heer geloven. We zijn dan bevrijd van het oordeel; we zijn kinderen van God geworden, die God, Abba Vader (Lieve Vader) mogen noemen (Rm 8:15; Gl 4:6).
De grote vraag is dus of we ons bekeerd hebben, onze schuld voor God hebben erkend en geloven in Jezus Christus. Laat de vrees voor het oordeel de zondaar maar tot God uitdrijven, dat is helemaal niet erg.
Maar als we tot God zijn gegaan dan moeten we alle vrees uitbannen, God heeft ons om Christus’ wil onze zonden vergeven en Hij gedenkt ze niet meer.
We hebben dan alle reden om blij te zijn!
De kamerling was blij toen hij het evangelie van Jezus Christus had aangenomen. De cipier te Filippi verblijdde zich na zijn bekering. In Samaria heerste grote blijdschap toen de mensen daar tot bekering kwamen. Er is zelfs in de hemel blijdschap als een zondaar zich bekeert.
Dus in dat geval…geen angst hebben voor de toekomst!