Betreft: Hebr. 10:25
Vraag:
Kun je wel een gelovige zijn terwijl je nooit een kerkdienst of godsdienstige bijeenkomst bezoekt? We mogen toch ‘onze eigen bijeenkomst’ niet verzuimen?
Antwoord:
Eerst even een uitleg van Hebr. 10:25. Met de eigen bijeenkomst wordt in dat vers gedoeld op de samenkomst van de Gemeente, die toen nog niet verdeeld was. Met het verzuimen van die bijeenkomst bedoelt de schrijver niet het laks zijn in het bezoeken van de godsdienstige bijeenkomst, maar het opgeven van het christelijk getuigenis.
We moeten deze tekst namelijk zien in het licht van de hele brief. Deze is gericht aan Joden die tot het christendom waren overgegaan, maar die dreigden terug te keren tot het jodendom vanwege de vervolgingen. De apostel waarschuwt hen ernstig dat niet te doen en geeft aan wat de consequentie daarvan zou zijn. Het gaat dus om afval van het christelijk geloof. Dat is ook de zin van vers 26: als wij willens (of: moedwillig) zondigen…. blijft er geen slachtoffer voor de zonde meer over. Onder Israël werd dat ‘zondigen met opgeheven hand’ genoemd (zie Statenvertaling Num. 15:30). Het NBG heeft daar staan ‘met voorbedachte rade’. Het houdt in dat men zich van God niets aantrekt en afvallig van Hem wordt. In Num. 16 heb je daar een voorbeeld van: Korach, Dathan en Abiram kwamen in opstand tegen God en werden gedood. Het laks zijn in het bezoeken van de bijeenkomst valt niet onder zulk opstandig zondigen.
Natuurlijk mogen we uit deze tekst afleiden, dat het niet goed is laks te zijn in het bezoek van kerk of samenkomst, maar zulke personen heeft de schrijver niet op het oog. Hij denkt aan Joden, die de christelijke bijeenkomst (en het christelijk geloof) opgeven om weer terug te keren tot het jodendom en het bezoeken van de synagoge.
Nu is het mogelijk om een gelovige te zijn zonder dat men enige binding met een kerk of geloofsgemeenschap heeft en zonder dat men ooit een godsdienstige bijeenkomst bezoekt. Sommigen zijn zo teleurgesteld in wat ze in het christendom vinden dat ze nergens (meer) heengaan. Maar dat is natuurlijk niet naar de gedachten van God. Het is het bewandelen van de weg van de minste weerstand.
Anderen bezoeken geen enkele bijeenkomst op zondag uit zuiver laksheid. Men kan zich dan in gemoede afvragen of ze wel werkelijk bekeerd zijn en in Jezus Christus geloven. Aan hun besteding van de zondag is dat dan in elk geval niet te zien. Maar….. wij kunnen niet in het hart kijken.
Het is natuurlijk een heel verdrietige zaak als er onder onze gezinsleden zijn (bijv. onze kinderen) die na verloop van tijd ‘nergens meer komen’. Vaak helpt praten en vermanen niet of werkt het zelfs averechts. Ze weten de boodschap wel, ze zijn niet onbekend met het evangelie. Dan blijft nog alleen de voorbede voor hen over. En dat is dan toch een troost.