Betreft: 2 Petr. 2:16
Vraag:
Welke dwaasheid van Bileam werd er verhinderd?
Antwoord:
Bileam meende toch naar Balak te kunnen gaan en het volk te kunnen vervloeken? Uit Num. 22:20 en 21 zou je de konklusie kunnen trekken dat God hem toestemming gaf om te gaan, maar het gedrag van Bileam was beslist niet naar Gods zin, zie vers 22 en 32.
Als de ezelin dat niet verhoedt had zou Bileam gedood zijn door de engel met het zwaard.
Dit gedrag van het dier, dat bovendien met mensenstem sprak bracht Bileam tot een zekere bezinning en dat bewerkte mee dat hij een ernstige waarschuwing kreeg om niet anders te spreken dan wat God wilde. Zo werd indirekt verhinderd dat de profeet zijn dwaze plan om Israël te vervloeken kon uitvoeren.
Enerzijds verhinderde de ezelin dat de profeet gedood werd, anderzijds – en dat is w.s. de bedoeling van dit vers – werd er mede door verhinderd dat de profeet zijn vervloeking kon uitspreken ook al probeerde hij het nog wel.