Betreft: 2 Petr. 3:10
Vraag:
(a) Wat wordt er met het woord ‘elementen’ bedoeld?
(b) Wat houdt deze tekst in?
Antwoord:
Het woord elementen kan slaan:
a. 1 op ‘grondbeginselen’. Zo bijv. in Gal. 4:3, 9; Kol. 2:8, 20; Hebr. 5:12, maar ook
a. 2 op ‘grondbestanddelen’, dus op de stoffelijke bestanddelen in natuurkundige zin. Deze betekenis zal in 2 Petr. 3:10, 12 bedoeld zijn. De hemelen en de aarde gaan dan niet alleen voorbij, maar ook de bestanddelen waaruit ze opgebouwd zijn, verbranden.
b. In de dag des Heren gaat deze schepping dus ten onder en komt er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
Het slot van het vers wordt verschillend weergeven. De Statenvertaling zegt dat de werken zullen verbranden. De NBG vert. en Telosuitgave geven aan dat de werken ‘gevonden zullen worden’. Volgens St. Vert. zouden de werken dus door vuur geoordeeld worden (vgl. 1 Kor. 3:13-15). Volgens de NBG vertaling en de Telosweergave gaan de werken niet met de elementen te niet, maar blijven ze ‘bestaan’. Daaraan kan dan de gedachte toegevoegd worden dat de mensen rekenschap van hun werken zullen hebben af te leggen (denk aan Openb. 20:11-15).