Een vraag over de Islam. Eind augustus 2004 benaderde een gelovige mij met het volgende probleem, dat ik zo samenvat:
Altijd weer horen we over de Islam en de grote invloed die deze religie uitoefent. Als we als gelovigen spreken over de eindtijd dan hebben we het over Thyatire met als grote betrokkene de Roomse kerk; over het hersteld Romeinse rijk; over Babylon de grote hoer; het duizendjarig rijk, enz….. Op de tempelberg staat een moskee die toch eens plaats zal moeten maken voor de herbouwde tempel….. Maar wat vinden we nu in de Schrift over de Islam? Waarom staat daarover niets in de Bijbel in dezelfde zin als in de zojuist genoemde zaken?
Deze gelovige snijdt hiermee een aktueel, maar heel moeilijk probleem aan. Ik zal proberen er iets over te zeggen en verdeel mijn onderwerp in tweeen namelijk:
a. wat valt er ter zeggen over de Islam als godsdienstig stelsel?
b. wat moeten we aan met de Islam als politieke macht?
De islam als godsdienstig stelsel
De plaats van Ismael en Izaak is in de Islam anders dan in de Bijbel. Het is niet mijn bedoeling van de Islam als godsdienstig stelsel een brede uiteenzetting te geven. Dat heb ik gedaan in mijn boek: ‘Niet in Mekka, noch in Jeruzalem’. Zie ook het artikel ‘De Islam in vogelvlucht ‘ op deze website. Het gaat er nu alleen om een paar hoofdlijnen aan te geven. We weten allemaal dat Ismael de eerste zoon van Abram was (Gn 16:1-16 en let daarbij op het feit dat de aartsvader toen nog Abram heette). Toen hij geboren werd was Abram 86 jaar. Toen hij 99 jaar was beloofde God hem een zoon uit Sara te schenken. Abraham vraagt dan aan God:”Och mocht Ismael voor uw aangezicht leven”. De bedoeling van die woorden is dat Ismael de zoon van de belofte zou worden, maar God aksepteert Ismael niet als zodanig maar zegt dat Sara een zoon zal krijgen. In die zoon zal men van ‘nageslacht’ van Abraham spreken.
Ismaël bespot Izaak
Abraham is 100 jaar als Izaak geboren wordt. Ismael is dan 14 jaar. Een paar jaar later wordt Izaak ‘gespeend’ d.w.z. hij wordt ontwend wat borstvoeding betreft. In het oosten zoogde men de babies tot ze een jaar of drie waren. Op dat moment merkt Sara dat Ismaël ‘spot’ met Izaak. Hij heeft de gek met zijn halfbroertje en aksepteert hem niet als degene op wie de beloften van God overgingen. Hagar en Ismaël worden daarop weggestuurd. God heeft toch een zegen voor Ismaël en zegt dat hij tot een groot volk zal worden. Hagar neemt voor hem een vrouw uit Egypte en Ismaël is inderdaad tot een groot volk geworden.
Het grote belang van deze episode is dat er naast de stamvader van het volk Israël een stamvader van het volk van de Ismaëlieten zal optreden. De tegenstelling tussen Ismaël en Izaak zal zich later openbaren tussen hun nageslacht. De Islam nu is eigenlijk de godsdienst van Ismaël geworden d.w.z. van zijn nageslacht en wel van de Arabieren die we in geestelijk opzicht als de belangrijkste nakomelingen van Ismael kunnen beschouwen
In de Islam wordt aan Ismaël een voornamere plaats gegeven dan aan Izaak. Enkele voorbeelden:
- Allah geeft Abraham en Ismaël de opdracht het Huis (de Kaaba) in Mekka te reinigen;
- Abraham, Ismaël en Izaak worden diverse keren samen en in deze volgorde genoemd;
- Ismaël was de trouwe vervuller der belofte en hij was een boodschapper en profeet (Soera 19:54).
N.B.
De nakomelingen van Ismaël noemen we Ismaëlieten. We lezen over hen in Gn. 25:1-18 ; Gn 37: 25,27,28; 39:1. In de tijd van Gideon overvallen de Midianieten het volk Israël (Ri 6:33) en dan blijkt dat ze behoren tot de Ismaëlieten (Ri 8:24). Dat blijkt ook al uit Gn. 39. Als volk worden ze nog vermeld in Ps 83:7 en dat is dan de laatste keer dat we van hen horen.
Over Arabië en de Arabieren lezen we in 1 Kn 10:15 (tijd van Salomo); 2 Kr 17:11 (tijd van Josafath). Slaan we er de profeten Jesaja, Jeremia en Ezechiel op na dan blijkt het te gaan om een volk dat woonde in de woestijn (Jr 3:2) zuidelijk, maar voornamelijk oostelijk van Israël en worden er de namen van Dedan en Kedar mee verbonden (Js 21:13; Jr 25:24; Ez 27:21). Paulus spreekt over Arabië als gelegen in de Sinaï en duidt dus ook op een woestijngebied (Gl 1: 17; 4:25).
Mohammed en de Islam
De Islam vindt zijn oorsprong bij Mohammed (570-632 n. Chr.). Hij werpt zich na 611 als profeet voor de Arabieren op. Na afwijzing in het begin wordt hij na allerlei verwikkelingen later door de inwoners van Mekka als profeet geaccepteerd. Daarna breidt de Islam zich uit over heel Arabië. De bedoeling is uiteindelijk dat de hele wereld aan Allah wordt onderworpen.
Volgens moslimbegrippen is namelijk de wereld verdeeld in ‘dar al-Islam’ (=Huis van de vrede) waar de Islam gehandhaafd wordt en ‘dar al-Harb’ (=Huis van de oorlog). Tussen deze beide bestaat een staat van oorlog. De bedoeling is dat het Huis van de vrede op de hele wereld gevestigd wordt. De jihad is bedoeld om dat te bewerken.
Zo kunnen we de overgang maken naar het tweede deel van ons onderwerp.
De Islam als politieke macht
De Islam kent geen scheiding tussen wat we in het westen ‘kerk en staat’ noemen. Als een volk (in meerderheid) de Islam heeft aangenomen (al of niet met geweld daartoe gedrongen of gedwongen) dan geldt voor zo’n volk de sjaria, d.w.z. de Islamitische wetgeving en rechtspraak. Inwoners die geen Islamiet willen worden hebben zich hieraan te onderwerpen en worden dus gedoogd, maar in verschillende landen niet meer dan dat.
Er zijn Moslims die een tolerante houding voorstaan, maar de meer fundamentalistische streven naar een totale onderwerping aan de sjaria. Dat geldt vooral voor de extremistische groeperingen die met geweld hun ideeën aan anderen, zelfs aan gematigde moslims willen opleggen.
Wat zegt de Bijbel erover?
Zo kom ik bij de eigenlijke vraag van onze broeder. We kunnen eenvoudig stellen dat over de Islam als godsdienst en over de Islam als politieke macht niets rechtstreeks in de Bijbel gezegd wordt. Toch staan we niet helemaal met lege handen. De vraag is namelijk of de Islam als godsdienst en als politieke macht niet ‘ergens’ onder te brengen valt.
Wat het eerste betreft valt op dat van de kant van bepaalde ‘christenen’ er een toenaderingspoging in gang gezet is. Dat gebeurt op hoog niveau en dan denk ik aan wereldgebedsdagen waar de Paus ook de islamieten bij wilde betrekken. Op lager niveau vinden die toenaderingspogingen veelvuldig plaats. Men wijst er dan op dat we uiteindelijk toch in eenzelfde God geloven. Een christenjournalist ‘uit ons midden’ merkte zeer terecht in een dagblad ( de Leeuwarder courant) op dat het in feite gaat om een andere christus. Helaas is dit voor velen uit de toenaderingshoek geen struikelblok.
Van de kant van gematigde moslims vinden er ook toenaderings- pogingen plaats. Er is dan ook deze optie dat we onder het godsdienstig Babylon van de toekomst, dat de grote hoer genoemd wordt ook de Islam en de moslims zullen moeten scharen. Dat mag ons nu ongelooflijk toe schijnen, maar er zijn meer dingen gebeurd die ons ongelooflijk toeschenen. Denk maar aan de toenadering tussen Rusland en het westen met als kernpunt de val van de muur.
De Islam als politieke macht dan?
Maar waar plaatsen we de Islam als politieke macht dan? Even een paar wilde gedachtensprongen. In het verleden zagen we in Gog en Magog de Russische natie en zijn bondgenoten. Anderen vereenzelvigden hen met de koning van het Noorden. Nu zien we dat de Russische macht afgebrokkeld is en dat ten Noorden van Israel allerlei Islamitische staten zijn ontstaan. De gedachte kan dan opkomen dat we onder God en Magog of onder koning van het Noorden een Islamitische federatie hebben te verstaan. Zo’n federatie behoeft dan niet alle Islamitische volken te omvatten want zoals er een splitsing is opgetreden op godsdienstig gebied tussen sjiïeten en soennieten zo kan er ook een splitsing optreden tussen de diverse moslimstaten. Dit zijn natuurlijk slechts speculaties waarbij we meer afgaan op wat we nu zien en eventueel verwachten en het is altijd gevaarlijk af te gaan op wat we op een bepaald ogenblik zien. Het zijn dan ook slechts wat overpeinzingen en geen leerstellingen die ik naar voren breng.
Gaan we terug naar ons eerste punt dat er een toenadering is tussen christenen en moslims en we de Islam onder de grote hoer kunnen laten vallen dan ligt de gedachte voor de hand dat onder het beest ook de islamitische staten zullen ressorteren.
Daarbij valt nog iets op. Toen Saddam Hoessein nog de macht had was hij van plan het oude Babylon in glorie te herstellen. Hij zag zich als een moderne Nebucadnezar waarbij de Islam als godsdienst hem weinig zei. Zou het oude Babylon misschien door anderen nog in ere hersteld kunnen worden en als zodanig met het beest en de hoer Babylon kunnen samengaan?
Het blijven veronderstellingen maar voor een ding mogen we wel openstaan, namelijk dat waar de Bijbel niets rechtstreeks zegt over de Islam als godsdienstige en politieke macht, de Bijbel wel indirect over deze beide zou kunnen spreken. Op de verzuchting van onze broeder: ‘Waarom vind ik daarover niets in de Bijbel’ zou het antwoord kunnen zijn: de Bijbel zegt er wel wat over, maar wij hebben tot nog toe die spraak niet verstaan. Het is een schraal antwoord, ik weet het, maar ik weet ook niet meer!