In dit overzicht behandel ik deze kwestie puntsgewijs.
1) Er zijn twee teksten die de betekenis van het kruis op een heel indringende wijze weergeven te weten: 1 Pt 2:22,24 waar staat: “Hij ( d.i. Jezus Christus) die geen zonde heeft gedaan… die Zelf onze zonden gedragen heeft op het kruis”.
Deze tekst geeft de oplossing aan voor het probleem van onze zonden, d.w.z. onze verkeerde daden.
De andere tekst luidt:
“Hem (d.i. Jezus Christus) die geen zonde gekend heeft,, heeft Hij (d.i. God) voor ons tot zonde gemaakt”.
Deze tekst geeft de oplossing aan voor het probleem van onze zonde als zondige aard, als boze macht in ons (zie ook Rm 8:3).
Christus heeft de straf voor onze zonden gedragen en onze zondige natuur is in Hem geoordeeld. Fantastisch dat te mogen weten!!
2) Het is van belang op te merken dat de apostel Paulus in bovenstaande teksten het woord “ons” en “onze” gebruikt en daarmee doelt hij op gelovigen, op mensen die zich tot God bekeerd hebben en geloven in Jezus Christus als hun Redder. Op grond daarvan zijn er uitleggers die menen dat het kruis enkel effect heeft voor gelovigen en niet voor alle mensen. In dat verband wil ik wijzen op twee andere teksten, te weten: Mt 20:28 waar we lezen:
“de Zoon des mensen …..is gekomen om …zijn leven te geven tot een losprijs voor velen”.
De voetnoot in de Telosweergave zegt dat het woordje “voor” hier betekent “in de plaats van “ De andere tekst is 1 Tm 2:6 en daar lezen we:
“Christus Jezus, die Zichzelf gegeven heeft tot een losprijs voor allen”.
Volgens de voetnoot bij de vorige tekst wordt hier een ander Grieks woord gebruikt dat betekent: “zich uitstrekkend tot” in de zin van een aanbod.. Het verschil is opmerkelijk: voor de “velen” is Christus daadwerkelijk de losprijs en daarbij denken we aan gelovigen. Bij “allen” moeten we blijkens het verband denken aan alle mensen. Het aanbod van het heil gaat naar alle mensen uit. Of ze het allen aannemen is een andere zaak. Er is wel eens gezegd dat het werk van de Heer op het kruis zo geweldig is, zoveel omvattend dat als alle mensen zouden komen tot Hem God hen hun zonden kan vergeven. Maar het werk op het kruis heeft alleen verzoenend effect voor hen die geloven.
3) Maar hoe zit het dan met de uitspraak van Johannes de Doper die we lezen in Jh 1:29 en die luidt:
“Zie het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt”?
We moeten bedenken dat hier geen sprake is van verzoening van de zonden die mensen gedaan hebben, maar dat het gaat om de zonde die als macht in deze wereld gekomen is door de zonde van Adam en Eva.
In Rm 5:12 wordt dat zo gezegd:
“Daarom zoals door één mens de zonde in de wereld gekomen is en door de zonde de dood, en zo de dood tot alle mensen is doorgegaan …”
Welnu zoals door één mens de zonde in de wereld gekomen is, zo zal de zondemacht ook door één Mens, Jezus Christus, uit de wereld uitgebannen worden. De grondslag daarvoor is gelegd op het kruis, maar het feit zelf zal in de toekomst plaatsvinden als de nieuwe hemelen en de nieuwe aarde worden gevestigd (2 Pt 3:13).
In het vervolg van Rm 5 wordt gesproken over het effect van het kruis in deze tijd en vers 21 luidt:
“zoals het dus door één overtreding tot alle mensen tot veroordeling strekt zo ook strekt het door één gerechtigheid tot alle mensen tot de rechtvaardiging van het leven”.
Als we oppervlakkig lezen zouden we kunnen menen dat de verzoening ook daadwerkelijk geldt voor alle mensen, maar dat is niet zo, want nadat de apostel gesproken heeft over “alle mensen” gebruikt hij in vers 19 de uitdrukking “de velen”.
De mensen worden niet automatisch verzoend door het werk van Christus op het kruis want dan zou de oproep van Paulus: “Wij bidden voor Christus: Laat u met God verzoenen” overbodig en zinloos zijn. Ook de gedachte dat Christus de zonden van alle mensen uitgedelgd heeft en dat zij die niet geloven alleen veroordeeld worden vanwege hun ongeloof is niet juist want Op 20 :12 zegt klip en klaar dat de mensen geoordeeld worden “naar hun werken”.
4) Toch is met het voorgaande niet alles gezegd, want we stuiten nog op de tekst in 1 Jh 2:2 die aangaande Jezus Christus zegt:
“Hij is het zoenoffer voor onze zonden; en niet voor onze (zonden) alleen, maar ook voor de hele wereld”.
Dit vers vraagt om een nadere beschouwing. Je zou verwacht hebben dat het tweede gedeelte van dit vers zou luiden “maar ook voor de zonden van de hele wereld”. De NBG vertaling geeft het vers in feite zo weer en zegt: “ maar ook voor die van de gehele wereld”. De Statenvertaling heeft “maar ook voor de zonden der gehele wereld” en geeft door het schuindrukken van “de zonden” aan dat die woorden voor het verband zijn toegevoegd. De NBV last ook het woord “de zonden” in maar laat niet blijken dat het om een toevoeging gaat. De Naardense Bijbel geeft de tekst heel voorzichtig weer met “niet van de onze alleen, maar ook van heel de wereld” en voegt dus niet het woord “de zonden” toe. De interlinear weergave van Bagster geeft een letterlijke weergave van het Grieks in het Engels weer met de woorden “but also concerning all the world” en geeft in de bijgevoegde Authorized Version of King James de tekst precies zo weer als onze Statenvertaling dat doet.
Hoe we het nu ook wenden of keren de tekst loopt alleen taalkundig goed als we het woord “de zonden” van de hele wereld inlassen. Dan alleen komen de woorden “niet alleen voor onze, maar ” tot hun recht .
5) We zitten dan echter met een probleem, want hoe kan God de ongelovigen dan veroordelen voor hun zonden als Christus het zoenoffer voor hun zonden is. Men heeft in dat verband aangevoerd dat God dat niet kan, want Hij kan de zonden niet tweemaal straffen, namelijk aan Christus Jezus en dan ook nog aan de ongelovigen. Dat lijkt een zinvolle redenering, maar het is en blijft slechts een redenering, een conclusie van ons logisch verstand. Maar waarom kan God de zonde niet tweemaal in rekening brengen? Wie zal Hem dat verbieden? Hij is toch niet gebonden aan onze logica!
Als illustratie van het tekortschieten van ons verstand en ons gevoel wijs ik op de gelijkenis van het vergeven in Mt. 18:21-35. We lezen daar dat de heer zijn slaaf die om erbarming smeekt alle schuld kwijtscheldt (vs 27). Maar als deze slaaf zijn medeslaaf in de gevangenis laat werpen en hem niets kwijtscheldt, roept de heer deze boze slaaf ter verantwoording en dan staat er “En zijn heer werd toornig en leverde hem over aan de folteraars, totdat hij alles zou betalen wat hij hem schuldig was” (vs 34). In het licht van deze gelijkenis faalt onze logica volledig.
Heel voorzichtig wil ik nog de volgende gedachte opperen. We lezen in Jh 5:22 “Want ook de Vader oordeelt niemand maar heeft heel het oordeel aan de Zoon gegeven”. Als nu de Vader ook de zonden van de ongelovigen aan zijn Zoon heeft toegerekend, is zijn Zoon dan niet gerechtigd de ongelovigen ter verantwoording te roepen en hun hun zonden toe te rekenen omdat ze niet in Hem en zijn verlossingswerk geloofd hebben?
Als we deze gedachtengang accepteren dan hoeven we aan geen enkele tekst te “sleutelen” en blijft de rechtvaardigheid van God en van Jezus Christus recht overeind staan.
Hopelijk werpt dit artikel enig licht op de moeilijke maar belangrijke kwestie van de betekenis het werk van onze Heer Jezus Christus op het kruis.