Wijsheid onderscheiden van goed geïnformeerd zijn en van intelligentie
Wijsheid moet je goed onderscheiden van twee zaken en wel van “goed geïnformeerd zijn” en van “intelligentie”. Iemand die goed geïnformeerd is weet een heleboel. Hij weet van heel wat zaken veel af. Men zegt dan vol bewondering:”Wat weet die knaap veel. De vraag is echter wat hij met zijn informatie doet. Kan hij er anderen mee van dienst zijn of beroemt hij zich alleen op zijn kennis. Als het bijvoorbeeld gaat om verhoudingen in een geloofsgemeenschap dan weet hij hoe het zit, maar wat doet hij ermee? Speelt hij misschien de een tegen de ander uit om bepaalde zaken naar zijn hand te zetten? Gebruikt hij deze kennis misschien om zichzelf omhoog te steken? Ik denk dat Diótrefes waarover de apostel Johannes schrijft goed geïnformeerd was over allerlei zaken in de gemeente, maar hij gebruikte dat om zichzelf op te werken, want hij wilde de eerste onder de gelovigen zijn. Goed geïnformeerd zijn wil nog niet zeggen dat men ook wijsheid in huis heeft.
Wijsheid niet hetzelfde als intelligentie
Ook moet je wijsheid onderscheiden van intelligentie. Iemand kan razend knap zijn en heel wat kennis in zijn mars hebben, maar sociaal gezien ver onder de maat blijven. Zo iemand kan op elk gebied uitblinken, maar als je met een praktisch probleem zit moet je niet bij hem zijn. Van zo iemand zeggen we: ”Wat een knappe vent is dat!”, maar dat wil nog niet zeggen dat hij wijs is. Wijsheid houdt in dat je je kennis praktisch weet te gebruiken.
De eerste voorwaarde
Een eerste voorwaarde voor het bezit van wijsheid is dat men God ‘vreest’, d.w.z. dat men eerbied voor God heeft., maar dat houdt ook in dat men zich door het woord van God gezeggen laat. In wijsheid kun je toenemen. Ps 90:12 spreekt over het krijgen van een wijs hart en dat krijgt men door te beseffen dat we slechts tijdelijke schepselen hier op aarde zijn. Wil je wijs zijn dan moet je volgens Ps 107:43 letten op Gods handelen met de mensen, namelijk dat God ze uitredt als ze in hun nood tot Hem roepen. We kunnen ook wijsheid leren van de schepselen die God gemaakt heeft. Zo staat er gaat tot de mieren en wordt wijs (Spr. 6:6). Dan laat je je niet verleiden om maar lening op lening te sluiten om iets dat je wilt hebben je ook aan te schaffen. Nee, dan zorg je dat je de tering naar de nering zet en je niet in de schulden steekt.
Salomo was een wijs man, zijn rechtspraak over de twee vrouwen bewees dat. Maar toen hij ouder werd en zijn hart van de Heer afweek doordat hij de afgoden van zijn vrouwen ging dienen verviel hij tot dwaasheid. In zijn bewind en legde hij het volk te zware lasten op.
Een wijs persoon zal naar raad luisteren, maar een dwaas slaat goede raad in de wind. Rehabeam was niet wijs. Hij verwierp de raad die de ervaren oudere raadsheren hem gaven en het kostte hem een groot deel van zijn koninkrijk.
Overweeg een zaak eerst goed
Iemand die wijs is oordeelt niet direct maar overweegt een bepaalde zaak. Een wijs persoon is ook niet eenzijdig maar bekijkt een zaak van verschillende kanten. Een dwaas staat direct met zijn oordeel klaar en slaat dan de plank mis. Er zou nog heel wat over wijsheid te zeggen zijn , maar ik besluit met het woord van Jacobus “ Als nu aan iemand van u wijsheid ontbreekt, laat hij die aan God vragen die aan allen mild en zonder verwijt geeft en zij zal hem gegeven worden.’ Dat betekent dat je het van God verwacht en niet op je eigen inzicht vertrouwt. Een wijze raad van Jakobus.