Onderstaande recensie is niet door mij geschreven, maar door mijn schoonvader. Ik vind ze echter zeer belangrijk en sta er in grote lijnen achter, vandaar dat ik ze opneem op mijn site.
Boekbespreking: Echtscheiding en Hertrouwen van W.J. Ouweneel en H.P. Medema.
Uitgave: H. Medema, Vaassen
H. Wilts, Velp
Met dit boek wordt ons geen licht verteerbare kost aangeboden. Dat geven de schrijvers zelf toe. Dat de nood van deze tijd de auteurs tot het schrijven gedwongen heeft was voor mij een extra stimulans tot lezen, evenals het verwijzen naar twee mij nog onbekende schrijvers. Ook het uitgangspunt van de schrijvers dat al Gods normen in Zijn woord wetten ten leven zijn, wekt vertrouwen.
Bij de beoordeling hoop ik de lektuur op de voet te volgen en alleen op de hoofdzaken te reageren en daarbij naar de bladzijden van het boek te verwijzen.
blz. 1-12 bovenaan zijn zeer goed en geven geen aanleiding tot commentaar.
blz. 12/13 de zinsnede, dat het ‘bij de leerstellige meningsverschillen onder bijbelgetrouwe christenen alleen maar om randkwesties gaat en om zes/drie kleine woordjes’, getuigt m.i. niet van het serieus nemen van woorden door de Heer zelf gesproken.
blz. 14 r 8 het weglaten of praktisch wegverklaren van de hiervoor bedoelde kleine woordjes, heeft ook belangrijke consequenties. Zie 1 Ko 7:13; 1 Tm 3:1.
blz. 18 r 2 niet alle bijbelgetrouwe christenen nemen het standpunt in dat scheiden nooit mag plaatsvinden.
blz. 30 de stelling dat de onschuldige, gescheiden partner onder geen beding mag hertrouwen, wordt niet bewezen. Ook niet de stelling dat scheiding geen einde aan een huwelijk kan maken. Er staat in de Bijbel ‘Wat God samengevoegd heeft, scheide de mens niet’. Dat is wat anders als: ‘Wat God samengevoegd heeft, kan de mens niet scheiden’.
blz. 44 De uitzonderingsclausules Mt 5:32; 19:9. In deze teksten is geen sprake van een zin met tussenzinnen, zoals de schrijvers menen. Er worden alleen enkele woorden aan de zin toegevoegd, die bij weglating de betekenis van de zin totaal veranderen.
De lange en ingewikkelde verklaring van wat de woorden ‘behalve om hoererij’ betekenen, overtuigt mij beslist niet. Mijns inziens is die niet zinvol.
De uitdrukking ‘we stellen bij voorbaat vast’ is wel suggestief, maar zegt weinig als de bedoelde uitleggingen gezocht zijn.
blz. 46 hoererij, overspel. Overspel is altijd hoererij, maar hoererij niet altijd overspel vgl. verschil: leugen-laster. Vgl. blz. 68.
blz. 58 1 Ko 7. Paulus beantwoordt hier hem gestelde vragen, dat moet ons voorzichtig maken bij het trekken van conclusies.
7:11 bij scheiding zonder hoererij is de oplossing: ongetrouwd blijven of verzoenen.
7:12 verschil in geloof mag voor de gelovige nooit een reden zijn om het initiatief tot scheiding te nemen.
De apostel geeft geen algemeen overzicht betreffende de kwestie van echtscheiding en hertrouw. Hij geeft antwoord op vragen en zegt niet iets, dat in strijd zou zijn met wat de Heer volgens Matth. 5 en 19 gezegd heeft.
blz. 67 slot. Christenen met deze pro-hertrouwvisie zijn er ook nu nog.
blz. 68 Hierover zijn nog wel enkele vragen te stellen. De Heer heeft zelf geen motief voor Zijn uitzonderingsverklaring gegeven. Bijbelverklaarders hebben er zeer vele gegeven. Sommigen zeggen: ‘De Heer noemt hertrouwen geen overspel. Dus is hertrouw geoorloofd. Zij vergeten de vele andere bijbelse argumenten, die overwogen moeten worden voor zo’n ingrijpend besluit genomen kan worden. Het is goed dat in onze tijd op deze dingen gewezen wordt, waar in toenemende mate zo gemakkelijk tot scheiding en hertrouw wordt overgegaan. Maar de auteurs van dit boek komen tot een ander uiterste door hun verklaring van deze tekst. Zij leggen de woorden zó uit dat scheiden en hertrouwen nooit geoorloofd zijn, omdat er dan altijd sprake is van overspel. Men kan op twee manieren de Schrift geweld aan doen: door iets weg te laten en door iets toe te voegen. Het eerste deden de sadduceeën, het tweede de farizeeën. Maar de laatsten maakten door hun verklarende inzettingen het woord van God net zo krachteloos als de sadduceeën met hun weglatingen. Beide leiden er toe dat aan menselijke inzichten gezag wordt toegekend, dat alleen aan de Schrift toekomt. Dit is mijn hoofdbezwaar tegen het onderhavige boek. Gelukkig zwakken de schrijvers zelf hun uitspraken op andere plaatsen af. Op blz. 67 lezen we: ‘Echtscheiding en hertrouwen is en blijft een heel moeilijke kwestie, die men voor zichzelf pas door intensieve Schriftstudie tot een (voorzichtig) antwoord kan brengen. En zelfs als men, zoals wij, met overtuiging tot de ‘anti-hertrouwvisie’ komt, dan nóg zal men moeten toegeven, dat de ‘pro-hertrouwvisie’ niet met honderd procent zekerheid kan worden afgewezen’… ‘Daarbij bedenken wij vooral, dat zeer grote bijbeluitleggers in het verleden deze – o.i. onjuiste-visie- hebben voorgestaan. Ook dat moet ons tot bescheidenheid brengen.’
Ik citeer dat niet alleen met instemming, maar voeg er aan toe dat niet alleen in het verleden, maar ook nu nog vele bijbelgetrouwe gelovigen dezelfde overtuiging hebben.