Mattheüs 1:1
‘t Is maar een geslachtsregister Mt 01:01-17 (4)
Wat zo’n ‘saaie opsomming van namen’ je toch maar te vertellen kan hebben. Let u maar eens op Driemaal wordt de naam van een vrouw in dit register vermeld. En elk van die drie vrouwen heeft ons wat te leren.
De eerste is Thamar. Haar geschiedenis vindt u in Genesis 38. Midden tussen de mooie verhalen over Jozef komt daar ineens een zwarte bladzij van zonde en overspel. Dan zijn er van die dwaze mensen , die beweren dat dat de bijbel een boek is vol vrome fabeltjes, die goed zijn voor kleine kinderen en oude mensen. Neen, de bijbel laat ons zien dat God ons kent van a. tot z. Hij weet dat we zondaars zijn. En als we Thamar zouden kunnen vragen: ’Zeg, Thamar, hoe komt uw naam in dit geslachtsregister van de Heer Jezus terecht?’, zou ze moeten antwoorden:’Door mijn zonde’. En wil uw naam in het hemels register van de Heer Jezus staan, dan kan dat alleen omdat u zondaar is. Christus is niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars tot bekering. Maar het is met de mensen zoals de geschiedenis van Diogenes ons leert. Deze kluizenaar liep op klaarlichte dag met een lantaarn door de stad. De koning kwam hem tegen en vroeg wat hij zocht. Daarop was zijn lakonieke antwoord: ’Mensen’. Er liepen honderden mensen om he heen, maar werkelijke mensen moest hij met een lantarentje zoeken. Zo lopen alle mensen als zondaars op aarde rond , maar om werkelijk een zondaar te vinden, daar moet God – met eerbied gezegd – een lantaarntje voor gebruiken. Zondaar zijn is één ding, erkennen zondaar te zijn is een tweede.
De tweede vrouw is Rachab. De hele bijbel door heet ze Rachab, de hoer. Daaruit blijkt, dat God de grootste en slechtste zondaar redden wil . Rachab woonde in een stad, die ten onder zou gaan door het gericht van God. Zo wonen wij op een wereld, die eenmaal door het oordeel van God zal worden verteerd. En als we Rachab zouden kunnen vragen :Zeg, Rachab, hoe komt het dat u niet met Jericho bent omgekomen en maar een plaats hebt gekregen in het geslachtsregister van de Heer Jezus?’ dan zou Rachab zeggen: Omdat ik in geloof de verspieders heb verborgen in mijn huis en het rode snoer uit mijn venster heb gehangen’.
En wil een mens aan het oordeel ontkomen, dan heeft hij niet anders te doen dan te geloven in het bloed van Jezus Christus, dat op Golgotha vloeide en dat voor ieder die erachter schuilt, een ‘waarteken’ is dat het oordeel hem niet zal treffen:” Als Ik het bloed zie, zal Ik u voorbijgaan”.
En dan de derde vrouw. Dat is Ruth, de Moabitische. Het volk Moab was ontstaan uit bloedschande! Dat volk keerde zich tegen Goden wilde Israël verderven, waardoor het uitgesloten was van de vergadering des Heren. “Een Ammoniet of Moabiet zal niet in de gemeente des Heren komen; zelfs hun tiende geslacht zal nimmer in de gemeente des Heren “ (Deut. 23:3~).
En toch vinden Ruth onder het volk des Heren, toch heeft ze zelfs een plaats in het geslachtsregister van de Heer Jezus. Als we Ruth zouden vragen hoe dat kan, zou ze antwoorden :”Door genade”. De wet sloot Ruth uit, maar de genade sloot haar in. Zo is het ook met ons. De wet sluit ons buiten de hemel, want we hebben gezondigd. Maar de grote Boaz, de Losser Jezus Christus is voor ons gestorven. En nu kan God ons “rechtvaardigen zonder wet” en ons genade bewijzen . Wilt u in het hemels register van de Heer Jezus staan opgetekend, dan moet u:
1 erkennen een zondaar te zijn;
2 geloven in het volbrachte werk op Golgotha en het voor u zelf aanvaarden;
3 de genade van God dankbaar accepteren en er Hem voor danken.