Mattheüs 2:13
Herodes, de kindermoordenaar (Matth 2:13-18)
Er zijn in de geschiedenis weinig mensen aan te wijzen die zoveel bloed aan hun vingers hebben kleven als Herodes de Eerste, ook wel de Grote genoemd. Daarbij bedoelen we niet bloed van verslagen vijanden, want wat dat betreft heeft Herodes heel wat meesters; maar wat sluipmoorden betreft, die hij in zijn eigen familie liet uitvoeren , vindt men niet gauw zijns gelijke.
Het volgende staaltje zal het bewijs leveren; hij liet ombrengen:
a) Aristobulus, zoon van zijn schoonmoeder Alexandra;
b) De tachtigjarige Hyrcanus, vader van Alexandra;
c) Marianne, zijn eigen vrouw;
d) Alexandra, zijn schoonmoeder;
e) Alexander en Aristobulus, kinderen van Marianne;
f) Antipater, stiefbroeder van de beide laatsten.
Dit zijn dan alleen de gevallen die betrekking hebben op zijn naaste familie. Daarbij komen nog de vele wreedaardige onderdrukkingen en terechtstellingen van al degenen, waarvan Herodes kwaad meende te duchten. De kindermoord te Bethlehem is daar één van . Zo staat deze man bekend als een wreedaardig en niets ontziend vorst. Hij is een “waardig” opvolger van de eerste moordenaar, Kaïn. Deze sloeg zijn broer dood, gedreven door een soort godsdienstige jaloezie. herodes moordde om zijn troon veilig te stellen. Maar in beide gevallen moordenaars, mensen met bloed aan hun vingers, dat van de aarde roept tot God om wraak, omdat een mens zich vergrepen heeft aan een beelddrager van de Schepper.
Nu kunnen we met afschuw kennis nemen van de bloeddorstige taferelen die zich in het familieleven van Herodes hebben voorgedaan; we kunnen met afgrijzen het bijbels de verhaal van de kindermoord lezen , en dan bij onszelf denken:”Zo slecht zijn wij gelukkig niet”, Dan hebben we juist de les die ook door deze geschiedenis tot ons komt, gemist. Want dan hebben we ons eigen hart nog niet leren kennen.
Als God ons beziet, dan typeert Hij de mens, dat is dus u en mij als volgt:
“hun keel is een open graf, met hun tongen plegen ze bedrog, addergif is onder hun lippen; hun mond is van vloek en bitterheid vol; snel zijn hun voeten om bloed te vergieten, verwoesting en ellende zijn op hun wegen, en de weg des vredes kennen zij niet. De vreze Gods staat hun niet voor ogen” (Rom 3:10-18)
En zolang u niet voor God wilt erkennen, dat deze beschrijving ook van u juist is, zolang is er geen redding voor uw ziel. Ja, ik weet wel wat u zeggen wilt:u is niet zo slecht, u geeft ieder het zijne, u heeft nooit iemand kwaad gedaan, en zeker nooit bloed vergoten, enz. Wilt u dan even dit bedenken , dat de opvoeding die u hebt genoten, de omstandigheden waarin u in dit land leeft en dergelijke u voor heel wat daadwerkelijk kwaad hebben bewaard, maar…God ziet uw hart aan, en in dat hart leeft en tiert de zonde welig. Uit uw hart komen leugen, diefstal, moord en dergelijke voort. En God kan u slechts als zondaar redden en niet als goed en braaf mens.
U moet erkennen zondaar te zijn, al bent u geen Herodes. Ook voor u was het nodig dat Jezus Christus op aarde kwam en stierf op het kruis. En als u Hem blijft afwijzen, dan staat u mee schuldig aan zijn dood, al heeft niet zoals Herodes getracht Hem reeds voortijdig te doden.
Er werd geweend in Ram. De moeders in Israël, hier voorgesteld als moeder Rachel, weenden over het verlies van hun kinderen en ze waren ontroostbaar. Veel erger zal echter het geween zijn van hen die de kansen die God hen in dit leven gaf om zich tot Hem te bekeren, voorbij laten gaan, en die straks voor de rechterstoel het moeten horen:
“Werpt hen uit in de buitenste duisternis; daar zal het geween zijn en het tandengeknars” (Matth. 22:13)
Laat dit niet van u gezegd behoeven te worden; nog wacht de Heiland op u.