Flitsen uit het Mattheüsevangelie
Overspel (Mattheüs 5 : 31 – 32)
Een beschamend voorschrift
Toen Israël uit Egypte werd geleid sprak God vanaf de Sinaï en gaf het volk de tien geboden. Heel het volk was getuige van dit spreken van de Here (Ex. 20 : 18 en 19). De tien geboden zijn echter niet de enige voorschriften die Israël ontving. Voor allerlei praktische situaties gaf Mozes, als de door God aangestelde leidsman, richtlijnen, waarin het thema van de tien geboden doorklonk.
Een van deze voorschriften liet duidelijk zien hoe weinig de mens beantwoordt aan de heilige eisen van God.
De Israëlieten hadden van de heidenen het slechte gebruik overgenomen dat een man zijn vrouw kon wegzenden wanneer zij hem om de een of andere reden niet meer beviel. Mozes bepaalde dat een man dit alleen maar mocht doen als er aan de vrouw ‘iets onbehoorlijks’ was gevonden, en dan moest hij haar een scheidbrief meegeven (Deut. 24 : la).
Het is wel beschamend – niet alleen voor Israël, maar voor de mens in het algemeen – dat Mozes zo iets moest toelaten. Het laat duidelijk zien hoe de zondeval het huwelijk, dat God als iets moois had ingesteld, naar beneden heeft gehaald.
En in onze tijd…?
Velen zien het beschamende in dit voorschrift alleen daarin dat de ouderwetse, afhankelijke positie van de vrouw hierin weer eens duidelijk naar voren komt. De man mocht zijn vrouw wegzenden, over haar werd beslist, zelf had ze niets in te brengen.
Wel, we leven nu in een tijd waarin de vrouw gelijkgerechtigd is met de man. Maar staat het er dan in onze tijd met de huwelijkstrouw en de huwelijksmoraal beter voor dan toen? We weten wel beter!
De echtscheidingsgronden zijn in vele landen in flagrante tegenspraak met de woorden van Christus. En velen geven zich niet eens de moeite een echtscheidingsprocedure aan te spannen, maar gaan zo maar met een ander samenleven. Als er op één terrein van het leven afval van de levende God te zien is, dan is het wel op het terrein van het huwelijk.
Behalve om hoererij …
In Mattheüs 5 lezen we dat Mozes om de hardheid van het hart aan Israël heeft toegelaten (niet geboden!) dat de man zijn vrouw kon verstoten.
Jezus Christus zei hierover: ‘Maar Ik zeg u: Een ieder die zijn vrouw wegzendt om een andere reden dan ontucht, maakt dat er echtbreuk met haar gepleegd wordt; en al wie een weggezondene trouwt, pleegt echtbreuk.’
Hieruit volgt dat alleen hoererij een reden tot echtscheiding kán zijn.
Misschien wordt dit artikel door iemand gelezen die moet zeggen:’Maar dan leef ik dus in overspel’, of: ‘Dan ben ik mede schuldig dat een ander overspel pleegt.’ Dat is een bedroevende zaak. Maar als men werkelijk met berouw tot die erkenning komt, dan is het geen hopeloze zaak. Aan de Corinthiërs schrijft Paulus weliswaar:
‘Dwaalt niet! Hoereerders, afgodendienaars, overspelers, schandjongens, knapenschenders, dieven, geldgierigen, dronkaards, lasteraars of oplichters zullen het koninkrijk Gods niet beërven (1 Cor. 6 : 10);
maar hij laat erop volgen:
‘Sommigen uwer zijn dat geweest. Maar gij hebt u laten wassen, maar gij zijt geheiligd, maar gij zijt gerechtvaardigd in de naam van de Here Jezus Christus, en door de Geest van onze God.’
De Here Jezus is ook voor hoereerders en overspelers gestorven. En de Geest van God wil ook zulke zondaars tot inkeer brengen.
Waar het op aankomt is, dat niemand van het koninkrijk Gods verstoken hoeft te blijven, mits men zich met daadwerkelijk berouw tot God keert en gelooft in de Here Jezus Christus!