Zweren van een valse eed
Door Mozes had God aan Israël geboden om niet bij de naam des Heren een valse eed te zweren ( Lev. 19 : 12). Door dit wel te doen beging een Israëliet twee overtredingen. Ten eerste misbruikte hij de naam des Heren en ten tweede bedroog hij zijn naaste. Waarschijnlijk om zich niet aan de eerste overtreding te bezondigen, zwoeren de Joden bij alles wat los en vast was: bij de hemel en de aarde, bij Jeruzalem, bij de tempel en bij het goud van de tempel, bij het altaar en bij de offergave op het altaar. Daarbij hadden ze allerlei schijnheilige bepalingen opgesteld om uit te maken of een eed rechtsgeldig was, ja of nee (zie Matth. 23 : 16 – 22)
Bovendien zwoeren ze bj iedere willekeurige gelegenheid. We kunnen ons voorstellen dat dit wel het meest bij handelstransakties zal zijn gebeurd, en dan ook met het meeste bedrog.
Zweert niet
Op zichzelf is het zweren bij zulke gelegenheden, ook al houdt men zijn eed, een kwalijk gebruik. Want waarvoor is het nodig? Is een gewone uitspraak niet voldoende? Dit zweren houdt een devaluatie in van een gewone uitspraak van ja of nee. De Heer Jezus verbiedt het dan ook, iemands ja moest ja wezen en iemands nee moest ook werkelijk nee zijn. Helaas is dit gebruik van onnodige bekrachtigingen niet een speciale onhebbelijkheid van de Joden en van andere oosterse volken. Ook onder ons wordt het vaak genoeg aangetroffen. Een uitdrukking als: “Ik mag doodvallen als het niet waar is” klinkt ons niet onbekend in de oren. En wie weet hoeveel sterfgevallen zouden plaatsvinden als God zo’n spreker werkelijk aan zijn woord hield. Waar het op aankomt is waarachtigheid in woord en daad. Dit woord van de Heer laat weer opnieuw zien hoe zondig we van natuur zijn. Onze eerste voorvader Adam heeft geluisterd naar de “leugenaar”. Satan en de leugen en de onwaarachtigheid hebben als een gif doorgewerkt in het menselijk bestaan. Nog onlangs werd door een vooraanstaand politicus betoogt dat een noodleugen in de politiek geen ongeoorloofde zaak was. Dat geeft wel aan hoe het met de moraal van de mensen in dit opzicht gesteld is.
Het kruis van Golgotha
Het gebod van de Heer luidt: Zweert niet. Maar daarmee geeft de Heiland nog niet de oplossing voor alle leugenachtigheid en onwaarachtigheid die we al daadwerkelijk bedreven hebben. Die oplossing vinden we ook niet in de bergrede, maar in het kruis van Golgotha, waar de Here Jezus ook voor dit kwaad wilde sterven. En ieder die in het geloof dat kruis aanvaardt, mag weten dat God hem ook de schuld van onwaarachtigheid vergeven heeft.