Mattheüs 8:18
Ik zal U volgen
Op zijn reis is Christus nu gekomen aan de oever van het meer van Tiberias. Net voordat Hij zal afvaren naar de overkant komt er een man bij Hem. Dat is maar niet de eerste de beste, nee, hij hoort tot de leidinggevende figuren. Het is een schriftgeleerde. Komt hij met een theologisch probleem? Wil hij discussie? Nee. Luister wat hij zegt:
‘Meester! Ik zal U volgen waar Gij ook heengaat.’
En dat voor een schriftgeleerde! Wil hij de rabbi van Nazareth volgen? Is hij onder de indruk gekomen van zijn leer of zijn wonderen? Jezus van Nazareth houdt hem daarop voor wat het betekent Hem te volgen:
‘De vossen hebben holen, en de vogelen des hemels nesten, maar de Zoon des mensen heeft geen plaats om het hoofd neer te leggen’.
Christus volgen betekent dus zijn smaadheid dragen. Heel deze schriftgeleerde er dat voor over? Of sprak hij slechts in een opwelling? Zag hij in Christus zijn Messias of was hij alleen onder de indruk van de tekenen. Ik weet het niet zeker, maar ik geloof het laatste. We vinden deze man niet bij de twaalven die de Heer inderdaad volgden, waar Hij ook heenging. Zij zullen daarvoor door de verheerlijkte Heer beloond worden. Want als Petrus zegt:
‘Zie, wij hebben alles prijsgegeven, zijn u gevolgd, wat zal ons deel dan zijn’,
krijgt hij ten antwoord:
‘Voorwaar, Ik zeg u, gij, die Mij gevolgd zijt, zult in de wedergeboorte, wanneer de Zoon des mensen op de troon van zijn heerlijkheid zal zitten, ook op twaalf tronen te richten’ (Matth. 19:27).
Zich bekeren betekent niet enkel je veiligstellen voor het oordeel, je een plaats in de hemel “garanderen”. Het betekent een verworpen Heiland volgen. Het betekent net als bij Mozes kiezen tussen de smaadheid van Christus of de schatten van Egypte (lees: dat wat de wereld u heeft te bieden). Heeft u de keus al gemaakt? Hebt u zich aan Christus gegeven, niet alleen voor de toekomst, maar ook om Hem daadwerkelijk in dit leven te volgen? Of is uw Christen-zijn een kwestie van opwelling of misschien van traditie?
Laat de doden hun doden begraven
Nog kan de Heer het schip niet instappen, want er is weer iemand met een vraag. Het is één van de velen die tot nu toe gevolgd zijn, het is een discipel. Kennelijk heeft hij het gesprek met de schriftgeleerde gehoord. Ook hij wil de Heiland, die op het punt staat het meer over te steken, volgen, maar…. Nu nog niet. Hij vraagt:
‘Here, sta mij toe eerst heen te gaan en mijn vader te begraven.’
De man krijgt echter een verpletterend antwoord:
‘Volg Mij en laat de doden hun doden begraven’.
Wil de Heer hiermee zeggen dat iemand niet voor zijn ouders moet zorgen en niet voor de begrafenis van zijn vader? Zeer zeker niet. Een andere keer heeft hij juist de Farizeeën verweten dat ze kinderen offergaven laten brengen, waardoor die geen geld meer hebben om hun ouders te onderhouden. Hij verwijt hen daarmee in strijd te handelen met het gebod: “Eert uw vader en uw moedeer”. Wat de Heer duidelijk in het licht wil stellen is, dat het volgen van Hem geen uistel kan gedogen. De Heer staat op het punt af te varen naar de overkant. De boot ligt zeilklaar. Het is niet: eerst het één en dan het ander. Het is óf het één óf het ander. Als deze man zijn vader gaat begraven is de Heer al afgevaren het meer op. En als de zaak zo staat, geldt onverbiddelijk: ‘Volg Mij!’ En dan moet alles wat er verder gebeuren moet, maar gedaan worden door hen die toch de Heer niet volgen willen.
De geestelijk doden….
Christus is de levensvorst. Hem volgen betekent het leven ontvangen. Het eeuwig leven namelijk. Wie niet voor Christus kiest blijft geestelijk dood voor God. Op deze geestelijk doden doelt de Heer als Hij zegt: ‘Laat de doden hun doden begraven’.
Iemand die gestorven is moet begraven worden, dat is logisch. Maar als het gaat om doden begraven of een leven met Christus leiden, laat dan dat begraven van de doden over aan hen die het leven met Christus niet wensen. Laat die dan voor zulke “aardse” zaken zorgen.
In dit antwoord geeft de Heer een les die wel speciaal voor deze tijd geldt. Hoeveel mensen zetten hun leven niet in voor allerlei aardse bezigheden. Ze zijn lid van allerlei liefdadige instellingen. Ze lopen warm voor allerlei activiteiten die in het horizontale vlak liggen. En ze menen daarmee een heel eind op weg naar de hemel te zijn. Maar het zijn toch ook zaken die nuttig zijn en gebeuren moeten? Best mogelijk. Doden begraven moet ook gebeuren. Maar laat de geestelijk doden dat doen, zegt de Heer. Als het gaat om Christus, dan hebben we Hem te volgen, te leven zoals Hij geleefd heeft, en ons leven niet te vullen met zaken waaraan Hij zijn tijd niet wilde geven.