Mattheüs 23:34
‘ …en gij hebt niet gewild’
Wat heeft God zich een moeite getroost met het volk Israël! Hij heeft het uit Egypte verlost en in Kanaän gebracht. Hij gaf het volk een prachtige eredienst, die van heiligheid maar ook van zijn barmhartigheid getuigde. Hij redde het volk keer op keer als ze door eigen schuld in de knoei waren komen zitten. En ondanks dat alles dachten ze niet aan God. Hij zocht hun profeten en mannen die de Schriften onderwezen, maar luisteren… ho maar, Israël? Ja… maar wij dan?
Als mensen gesteld in deze schepping hebben we God vervangen door evolutie. Hebben we de normen van goed en kwaad treurig door elkaar gehaald. Hebben we klinieken om de moord op ongeboren mensen te bedrijven. Hebben we min of meer officiële ontucht. Hebben we… afijn, ga zo maar door. En ook tot ons zendt God zijn boodschappers, maar wij wensen niet te luisteren. Kerkdienst? … Kom nou. Tentsamenkomst… Ons niet gezien. Boodschap via de radio?… Knop om.
Van Israël zegt Christus, dat ze in het spoor lopen van de eerste mens , die de boodschap van God aan de kant zette, namelijk van Kaïn. Zoals Kaïn de stem van zijn broer tot zwijgen bracht, zo heeft Israël de stem van de profeten tot zwijgen gebracht… krachtdadig. Vandaar dat ze ook de erfgenaam van Kaïn zijn Ze zullen de totale rekening gepresenteerd krijgen. Kaïn en alle Kaïns na hem staan schuldig; aan het vergoten bloed van Gods getuigen op aarde.
En wij? Wij hebben samen met Israël de grootste getuige van God ter dood gebracht. Alle andere profeten heeft Israël op eigen houtje gedood. Maar aan de dood van Jezus Christus staat Pilatus en met hem de hele volkerenwereld schuldig. Wat dat betreft kunnen we onze handen niet in onschuld wassen, hoe Pilatus dat ook heeft geprobeerd. Deze wereld is bezocht door Jezus Christus, de Zoon van God. En deze wereld heeft Hem uitgeworpen.
Een liedje zegt: ”Ik ben blij dat ik een stukje van de wereld ben”. Prachtig… maar bedenk dan wel dat die wereld op Golgotha een kruis heeft geplant waaraan ze haar schepper heeft genageld. Het kruis betekent: moord.
Gelukkig spreekt dat zelfde kruis ook van redding. Zoals Christus indertijd zijn volk Israël wilde redden, zo wil Hij nu ons redden. Van Jeruzalem zegt de Heer: ’Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt en stenigt , wie tot u gezonden zijn , hoe dikwijls heb Ik uw kinderen willen vergaderen als een hen haar kuikens… maar gij hebt niet gewild’.
Hij wilde vergaderen. Dat wil Hij ook nu nog. Christus wil mensen redden . Hij gaf zijn bloed, Hij ging voor ons in de dood. De grote vraag is nu maar of wij willen komen. Of we ons willen laten vergaderen. Of moet van ons ook getuigd worden:’Gij hebt niet gewild’. Laten we ons dan niet verbazen, dat we net als Israël, het oordeel van God zullen ondervinden.