Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot behoudenis. (Rom. 10 : 10)
“Beste vriend, bent u behouden? Weet u dat uw zonden vergeven zijn?” Toen deze vraag gesteld werd aan een oude man, zei hij zeer verbolgen: “Daar hebt u niets mee te maken. In de bijbel staat: Hebt gij geloof? Heb het bij uzelven voor God” (Rom. 14 : 22).
Ja, daar sta je dan met je goeie gedrag en misschien leest iemand deze woorden en denkt: “Dat is een mooie tekst als er weer eens zo’n kwezel met van die godsdienstige frazen bij mij aankomt.” Jammer genoeg voor zo iemand slaat deze tekst helemaal niet op het geloof wat de behoudenis betreft. Het is er precies mee als met de teksten, die de duivel de Heer Jezus gedurende de verzoeking in de woestijn voor werpt. Ze zijn uit het verband gerukt. Wie Rom. 14 leest, weet, of beter, kan weten dat het het hier gaat om het geloof om bepaalde spijzen te eten, die de Joden oorspronkelijk niet mochten eten onder de bedeling van de wet.
Maar wat het “zaligmakend” geloof betreft, geldt de tekst, die boven dit artikel staat. “Met de mond belijdt men tot behoudenis” en nog een andere uitspraak van God is: “En weest altijd bereid tot verantwoording aan een iegelijk die rekenschap van u vordert aangaande de hoop, die in u is” (1 Petr. 3 : 15).
En als u, die zich wellicht een christen laat noemen, geen rekenschap kunt afleggen en niet openlijk voor uw Verlosser kunt getuigen, dan bent u, of geen gelovige – en dan roept Gods Woord u op om als zondaar met heel uw verloren leven tot Christus, de gekruisigde te gaan, ondanks heel uw “christelijke” opvoeding en leven; of u moet navolgend verhaal goed ter harte nemen.
Toen een jongeman van 19 jaar, J. H., op zijn sterfbed lag, nadat hij een longontsteking bij zijn werk had opgelopen, riep hij zijn moeder bij zich en zei: “Moeder wees niet bang voor me. Het is met mij in orde. Ik ben sinds twee jaar een Christen, alhoewel ik Christus nooit beleden heb. Ik ben bekeerd op die avond dat ik met u mee ging naar de evangelie~ verkondiging te H., maar ik wilde niet voor Christus uitkomen in ’t leven en nu neemt God me weg.”
Daarna liet hij zijn 17-jarige zuster roepen en zei: “Louise ik weet dat je een christin bent, maar je hebt Christus nooit beleden, je bent nooit openlijk voor Hem uitgekomen. Pas op, of God neemt je weg zoals hij mij doet, omdat ik Hem niet wilde belijden.” Gelukkig is deze waarschuwing voor dat meisje niet tevergeefs geweest. Laat ze ook voor u niet tevergeefs zijn.
Geloof en belijdt!