Fips, een aapje, dat in Prater, het Weense Park, op een kermis optrad, staakte tijdens een voorstelling zijn kunsten en vloog op een der toeschouwers af, die hij liefderijk omhelsde. Wat bleek? De toeschouwer had in de oorlog in Tunis gediend en had daar het aapje gekregen. Het diertje was bij hem gebleven tot in Rome en daar zoek geraakt en tenslotte bij het circus beland. De bezoeker herkende zijn vriendje van 14 jaar geleden aan een litteken op het oor van het dier.
Dit is slechts één van de vele staaltjes van dierenliefde en trouw, die in de loop der eeuwen bekend geworden zijn, maar het is wel een zeer merkwaardig geval. De trouw van deze aap is een klap in het gezicht van menig mens. Er zijn heel wat mensen, zelfs zogenaamd wetenschappelijke, die beweren, dat de mens uiteindelijk uit het dierenrijk is voortgekomen; nu in sommige opzichten zou hij dan zijn afkomst aardig verloochenen.
Luistert u maar eens naar deze uitspraak van ongeveer 2500 jaar geleden: “Een rund kent zijn eigenaar en een ezel de krib van zijn meester, maar Israël heeft geen begrip, mijn volk geen inzicht” (Jes. 1 : 3). Daar spreekt God van Zijn volk, Israël, dat Hij als zijn bijzonder volk had aangenomen en met vele zegeningen begiftigd had. Dat volk houdt Hij niet een aap voor, de verstandigste van de dieren, neen, Hij vergelijkt ze bij een rund en een ezel. Die kenden tenminste hun eigenaar en wisten van wie ze voedsel te verwachten hadden.
Maar Israël heeft zijn God, zijn Meester vergeten. Is het wonder, dat zelfs vandaag de dag de geschiedenis van dit volk bewijst, dat God het nu als het ware vergeten heeft. En als de Almachtige Schepper en Onderhouder van alle mensen vandaag eens rondziet in de wereld, zou hij dan van de mens in het algemeen een rooskleuriger getuigenis geven? Of zou het luiden: “Een aap uit Tunis kent na 14 jaar zijn meester, maar de mens, die Ik geschapen heb, heeft zijn Schepper vergeten. Ze danken niet voor het voedsel, dat Ik voor hen doe groeien en in het handvest der Verenigde Naties, waarin de rechten van de mens worden beschreven, hebben ze voor Mij geen plaats kunnen vinden.”
Is God niet de Grote Vergetene in de wereld van vandaag. En is Hij het niet ook in uw leven. Kent u uw Maker nog of hebt u Uw Schepper uitgerangeerd? Hij heeft zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard, maar hem voor ons allen overgegeven (Rom. 8 : 32). Heeft u nog plaats in uw leven voor die God? Weet wel wat u doet als u Hem afwijst. Als u Hem vergeet, is het dan wonder, dat Hij u vergeet? Vreselijk zal het zijn uit Zijn mond te moeten horen: “Ik ken u niet, gaat weg van mij”.