Hij was 12 jaar en fietste met zijn schoolkameraadjes naar huis. Op de drukke verkeersweg, die het ene stadsdeel met het andere verbindt, gebeurde het ongeluk. Hij kwam niet thuis, de Here God haalde hem echter Thuis. Zo stond het boven de rouwbrief: “Heden heeft de Here Thuis gehaald”.
Waarom wisten de ouders dit van hun kind? Was het soms omdat deze jongen uit gelovige ouders geboren was? Dat beslist niet, want de bijbel zegt: “niet uit bloed” dat wil zeggen: het is geen kwestie van bloedverwantschap.
Grondden ze het behoud van deze jongen misschien op alles wat ze voor hem gedaan hadden? Op de christelijke opvoeding, die ze hem hadden gegeven? Ook dat niet, want de bijbel zegt “niet uit de wil van een man”. Het is niet een kwestie van inspanning van een ander, waardoor je behouden wordt. We kunnen als mensen veel voor elkaar betekenen, ook in geestelijk opzicht, maar elkaar het eeuwig heil geven kunnen we niet.
Is het dan misschien omdat deze jongen goede dingen deed, omdat hij braaf was? Dat evenmin, ten eerste had ook hij zijn fouten en gebreken, in de tweede plaats brengt geen enkele inspanning van onszelf ons in de hemel; het is geen kwestie van goede werken. De Schrift zegt dat zo “niet uit de wil van het vlees”.
Was dan bij deze ouders de wens de vader van de gedachte? Iedereen, die in een hiernamaals gelooft, wenst toch dat het met hem en de zijnen goed zal aflopen als het tijdelijke met het eeuwige verwisseld moet worden? Ook dat speelde in dit geval geen rol. De zaak is, dat deze jongen op zijn jeugdige leeftijd vast geloofde in de Here Jezus. Hij wist, en had aanvaard dat Jezus Christus ook voor zijn zonden het oordeel gedragen had op het kruis. Van hem gold het woord:
“Maar zovelen hem (Jezus Christus) aangenomen hebben, hun gaf hij het recht kinderen van God te worden, hun die in zijn naam geloven; die niet uit bloed, niet uit de wil van het vlees, niet uit de wil van de man, maar uit God geboren zijn”.
En daarom alleen konden zijn ouders boven de rouwbrief zetten “Heden heeft de Here Thuis gehaald”.
Hoe staat het met u? Hoe staat het met jou? Kent u de Here Jezus als uw Heiland? Heeft u voor God erkend een zondaar te zijn en heeft u in eenvoudig geloof aanvaard, dat de Heiland ook voor u gestorven is op het kruis? Zo ja, dan kunt u van harte het lied meezingen, dat bij de begrafenis van deze jongen gezongen werd:
Veilig in Jezus’ armen,
Veilig aan Jezus’ hart.
Zo nee, laat u dan niet tevergeefs waarschuwen. Het is nog de dag van het heil. Laat u met God verzoenen nu het nog kan. Stel die beslissing niet uit, het leven kan zo kort zijn. Het kan zo plotseling afgesneden worden. Deze jongen had er niet op gerekend, dat hij die dag “opgeroepen” zou worden, maar hij was er gelukkig wel klaar voor. Als u er nog niet klaar voor bent, neem dan nu in het geloof Christus aan!
“Het Woord is betrouwbaar en alle aanneming waard, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om zondaars te behouden”. (1 Tim. 1:15).