Indertijd was Babel een geweldig machtig wereldrijk, dat het hele Midden-Oosten beheerste. Door dit rijk werd het zuidelijk vorstendom van Israël, Judéa, weggevoerd. Wat is er van dat wereldrijk en in het bijzonder van zijn hoofdstad Babylon terecht gekomen? Net als van Ninevé geeft een zandheuvel met uitgegraven puinhopen nog slechts de plek aan waar de machtige stad gelegen heeft. Van het rijk zelf is helemaal niets meer over.
Hoewel Egypte geen wereldrijk meer is, zo bestaat het nog en het Romeinse rijk mag dan ingestort zijn, de hoofdstad Rome prijkt nog in alle praal op de moderne landkaart. Babel is echter weggevaagd. Op zichzelf is dit echter nog niet zo uitzonderlijk, er zijn meer rijken met hun hoofdstad voorgoed verdwenen. Het merkwaardige is echter, dat de ondergang van Babel is voorzegd en de desolate toestand waarin het zou blijven verkeren is aangegeven in bewoordingen die vandaag de dag nog opgaan.
De profeet Jesaja opent zijn profetie over Babel met de woorden “De Godsspraak over Babel, die Jesaja de zoon van Amoz aanschouwd heeft”. Hij kondigt dan aan dat een volk, de Meden, zal opkomen om Babel te verwoesten. Inderdaad hebben de Meden samen met de Perzen Babel ingenomen en verdelgd. Maar…Jesaja kleedt zijn profetie zo in dat deze meer is dan een aankondiging van de ondergang van Babel.
Hij spreekt over de dag des Heren: “Jammert, want de dag des Heren is nabij; Zij komt als een verwoesting van de Almachtige” (Jesaja 13 vers 6).
Even verder luiden zijn woorden: “Zie, de dag des Heren komt, meedogenloos, met verbolgenheid en brandende toorn, om de aarde tot een woestenij te maken en haar zondaars van haar te verdelgen. Want de sterren en de sterrenbeelden des hemels doen hun licht niet stralen, de zon is bij haar opgang verduisterd en de maan laat haar licht niet schijnen. Dan zal Ik aan de wereld het kwaad bezoeken en aan de goddelozen hun ongerechtigheid” (vers 9 – 11).
Het wil dus zeggen, dat de ondergang van Babel als het ware een voorteken is van de ondergang van deze wereld als Gods eindgericht zal losbreken. Zo zeker als Babel verwoest is, zo zeker zal ook deze wereld verdelgd worden! Ook het Nieuwe Testament spreekt daarover met name het laatste Bijbelboek, de Openbaring van Johannes.
Er is echter redding mogelijk. Daarom is Jezus Christus gekomen. Om dat te bewerken stierf Hij op het kruis opdat ieder, die in hem gelooft behouden zal worden.
Van de gelovigen te Thessalonika wordt gezegd dat ze zich “van de afgoden tot God bekeerd hebben, om de levende en waarachtige God te dienen en Zijn Zoon uit ede hemelen te verwachten, die Hij uit de doden heeft opgewekt, Jezus die ons redt van de toekomende toorn” (1 Thessalonicenzen 1 vers 9, 10).
Heeft u zich al van de moderne afgoden bekeerd? Dient u de levende God? Ziet u uit naar Jezus Christus?