U denkt dat dit stukje gaat over iemand die driemaal gescheiden is? Maar dan moet ik u direct uit de droom helpen. Het gaat over heel wat anders. Ik wil uw aandacht bepalen bij het eerste bijbelblad, waar we het scheppingsbericht vinden. In dat bericht is driemaal sprake van scheiding.
Let maar op. In Genesis 1: 4 lezen we dat God scheiding maakt tussen licht en duisternis. Zo wil God mensen trekken uit de duisternis van het bestaan, omdat ze zonder Hem leven, en ze brengen in Zijn licht.
“Wat heeft het licht met de duisternis gemeen?”, schrijft de apostel Paulus. Tussen die twee is een absolute scheiding. Zo maakt God scheiding tussen elke zondaar die zich tot Hem bekeert en het duistere wereldsysteem, waarvan satan de baas is. De bijbel noemt satan immers”de overste van de wereld” (Johannes 12:31;14:30; 16:11). In zijn verdedigingsrede voor Agrippa zegt Paulus dat God hem de opdracht heeft gegeven om aan de mensen te prediken dat ze zich moeten bekeren van de duisternis tot het licht en van de macht van satan tot God (Handelingen 26:18)
De tweede keer lezen we, dat God scheiding maakt tussen de wateren op de aarde en de wateren in de lucht. Hij vormt dus de wolkenhemel. Zinnebeeldig spreekt dat ervan, dat er een aards bestaan is hier beneden en een hemels bestaan. Die twee zijn gescheiden.
Als mensen zijn we aardbewoners en hebben we geen toegang tot de hemel. Maar gelukkig voor ieder die zich bekeert, heeft Jezus Christus een plaats in de hemel bereid.
De gelovigen worden éénmaal van de aardbewoners hemelburgers. Ja, in principe zijn ze dat nu al!
Terwijl we nu nog op aarde zijn kunnen we ons bezig houden met hemelse dingen. Paulus schrijft dat als volgt aan de gelovigen te Kolosse: “ Bedenkt de dingen die boven zijn, niet die op de aarde zijn” (Kolosse 3:2). Bij dat laatste doelt hij op zondige dingen.
Op de derde scheppingsdag wordt er scheiding gemaakt tussen land en zee. Het woord scheidoing maken wordt daar niet gebruikt. Ook dat heeft naast een directe zin; namelijk dat zo het droge ontstond waarop de mens zou kunnen leven, ook een zinnebeeldig (=typologische) betekenis. In de bijbel wordt de zee met de zonde in verbinding gebracht. Er is een bijbeltekst die luidt:”De goddelozen zijn als de zee, zo opgezweept, dat zij niet tot rust kan komen, wier wateren slijk en modder opwoelen”(Jesaja 57 vers 20). De aarde daarentegen ziet op vruchtbaar zijn voor God door Hem te dienen.
Als afstammelingen van Adam hebben we allen een zondige natuur, die het kwade voortbrengt. Daarnaast hebben we een nieuwe natuur, een nieuwe aard. Die twee naturen zijn net zo gescheiden als zee en land.
Op de vierde dag wordt er scheiding gemaakt tussen dag en nacht, tussen licht en duisternis. Dat is een nadere uitwerking van wat er op de eerste dag gebeurde
Nu een vraag aan u:
- Leeft u in de duisternis of schijnt Gods licht in uw hart?
- Leeft u enkel voor de aarde of weet u dat er straks voor u een plaats in de hemel is?
- Heeft u alleen nog maar een zondig hart, “een zee van ongerechtigheid”, of hebt u een nieuwe natuur, “een land waar gerechtigheid gekweekt wordt?
Kortom: bent u bekeerd tot God, gelooft u in de Here Jezus Christus?