Al vaker is in dit blad naar voren gebracht, dat velen de Bijbel beschouwen als een oud, Oosters boek, waarvan de moderne mens zonder de hulp van een deskundige vertolker niets begrijpt. De Bijbel zou vol staan met tijdgebonden voorstellingen en voorschriften. Dwars tegen deze mening in beweren we dat er in wezen niets in de Bijbel tijdgebonden is. We bedoelen daarmee, dat er niets in de Bijbel staat, wat voor ons waardeloos zou zijn, omdat het totaal verouderd is. Evenmin vraagt de Bijbel om een vertolking in de zin zoals de moderne theologie die vaak geeft. Hiermee is natuurlijk niet ontkend, dat er oude oosterse gebruiken in de bijbel beschreven worden. Deze staan echter het verstaan van het Woord van God niet in de weg. Vaak is het zelfs zo, dat dit oude begrippenmateriaal juist uitmuntend geschikt is om de boodschap goed over te brengen. Dat is juist het unieke van de Bijbel! Met een paar voorbeelden hoop ik zowel het een als het ander te verduidelijken.
Neem het bevel van de Here Jezus aan zijn discipelen gegeven bij hun eerste uitzending om zich niet te voorzien van goud of zilver of koper in hun gordels. Om dit “technisch” te verstaan moet men weten, dat de oosterling als bovenkleding een soort kamerjas droeg met om het middel iets als een sjaal, die in de lengte dubbelgevouwen was. In de gleuf aan de bovenkant van deze gordel kon men geld, papieren of kleine voorwerpen steken. Welnu, men hoeft dit helemaal niet te weten om de betekenis van het voorschrift te begrijpen. Ieder, die het leest snapt dat de discipelen geen geld mochten meenemen.
Het feit, dat de mensen toen zo gekleed gingen, betekent natuurlijk niet, dat wij zo gekleed moeten gaan, anderzijds verbiedt de Bijbel ons dat evenmin.
Denk aan de gelijkenis van de zaaier, die zijn zaad op vier verschillende plaatsen deed terecht komen. Zoiets komt hier in Nederland niet voor. Een boer in ons land zorgt er voor dat al het zaad in een goed toebereide akker terecht komt en de Israëli van nu gaat meestal ook niet meer zo te werk als zijn voorvaderen, hij gebruikt net als wij zaaimachines, die het zaad precies daar deponeren waar hij het wil. Maar de wijze van zaaien, zoals die toen gebruikelijk was, gaf de Here gelegenheid een gelijkenis uit te spreken over het uitzaaien van de evangelieboodschap. En het woord van het evangelie komt vandaag de dag nog altijd op dezelfde vier soorten “grond” terecht als de Heer toen aangaf. De vraag is of uw hart een “akker” is, waar Gods Woord ingang vindt om vruchten voor God voort te brengen.
Nog een sprekend voorbeeld hebben we in het verbod aan de Israëliet in de wet gegeven om met een os en een ezel onder één juk te ploegen. “Wie ploegt er nou met een os en een ezel”, zouden wij misschien zeggen. Toen deed men dat echter wel, maar de Here verbood het aan Israël. Dat verbod heeft ons nog steeds iets te zeggen. Niet, dat het in letterlijke zin voor ons zou gelden. Het Nieuwe Testament zegt duidelijk, dat we niet onder de wet, maar onder de genade staan (Rom. 6:14). Achter dit verbod gaat echter een symbolische les schuil. Paulus onthult daar iets van als hij de gelovigen te Korinthe voorhoudt, dat ze niet een ongelijk span of een ongelijk juk met ongelovigen mogen vormen (2 Kor. 6:14). Een os, het dier dat voor het brandoffer gebruikt werd en de ezel, de weerspannige lastdrager, die gelost moest worden of anders gedood (Ex. 13), pasten niet bij elkaar. Zo kan een gelovige niet samengaan met een ongelovige om hier op aarde God te dienen. Het gebruik om zo te ploegen mag verouderd zijn of aan een bepaalde cultuur gebonden de geestelijke les, die in het verbod om zo te ploegen zit, is niet verouderd, maar is ook voor ons van belang.
Er zouden nog veel meer voorbeelden te nomen zijn, maar deze zijn voldoende om aan te geven, dat de Bijbel in geen enkel opzicht verouderd of achterhaald is. Het is dan ook zaak op elk woord in de Schrift acht te geven. Dat moet echter beginnen met te gehoorzamen aan de oproep: Bekeert u en gelooft het evangelie (Mark. 1:15).
Deze oproep is niet tijdgebonden of cultuurgebonden. Hij is voor hen bedoeld, die tot op vandaag nog niet geloofden in de Here Jezus Christus.