Wanneer u zich met oprecht berouw over uw verkeerde daden tot God hebt gewend…, wanneer u hebt beseft dat u tot nu toe God links hebt laten liggen…, wanneer u hebt erkend, dat in uw leven slechts uw eigen “ik” op de troon zat…, wanneer u beseft hebt een zondaar te zijn, die het eeuwig oordeel heeft verdiend…, wanneer u zich daarop tot God hebt gewend en gesmeekt hebt om genade…, wanneer u gelooft, dat Jezus Christus ook voor u wilde sterven…, wanneer u Hem aanneemt als uw Heiland, uw Verlosser, maar ook als uw Heer…, dan is daarmee de vraag waar u in de eeuwigheid zult zijn, beslist.
Wie God zo toelaat in zijn leven, wordt door God toegelaten in Zijn heerlijkheid…, Wie de Zoon heeft, zo luidt een bijbeltekst, die heeft het leven…
De bekering van een mens heeft voor de eeuwigheid geweldige gevolgen…, die bekering verandert ook je leven van elke dag, het wordt een leven met God… Je vraagt voortaan: “Heer, wat wilt u dat ik doen zal?”
Maar het houdt niet in, dat u elk nieuw jaar kunt ingaan met het air van “wie doet me wat”. Het betekent niet, dat uw leven enkel over rozen gaat. Het leven van de christen kent net zo goed als dat van de niet-christen zijn moeite en zijn verdriet. Ziekte kan zich voordoen, u kunt werkeloos worden, ja van alles en nog wat kan er gebeuren. De bekering tot God verandert niet altijd je levensomstandigheden, ze verandert echter wel jezelf. Je weet nu waar je met zorgen, maar ook met blijde dingen heen kunt en hoe je onder alle omstandigheden gelukkig en tevreden kunt zijn. Voor het leven van alle dag geeft de dichter van Psalm 37 een paar belangrijke aanwijzingen. In vers 5 van die Psalm zegt hij:
“Wentel uw weg op de HERE en vertrouw op Hem en Hij zal het maken”.
In de 17e eeuw heeft Paul Gerhard naar aanleiding van deze tekst een gezang gemaakt, dat in het Nederlands is vertaald door Bernhard ter Haar.
De woorden “Wentel uw weg op de HERE” heeft hij vertolkt met:
Beveel gerust uw wegen, al wat u ’t harte deert,
Der trouwe hoede en zegen van Hem, die ’t al regeert;
Die wolken lucht en winden wijst spoor en loop en baan,
Zal ook wel wegen vinden, waarlangs uw voet kan gaan.
De oproep “en vertrouw op Hem” heeft hij omschreven met:
De Heer moet gij vertrouwen, begeert ge d’uitkomst goed
op Hem uw hope bouwen, zal ’t slagen wat gij doet.
Door geen bekommeringen, geen klagen en geen pijn
Laat God zich iets ontwringen, Hij wil gebeden zijn.
En de uitspraak “Hij zal het maken” gaf hij weer met:
Laat Hem besturen, waken: ’t is wijsheid, wat Hij doet,
zo zal Hij alles maken, dat ge u verwond’ren moet,
als Hij die alle macht heeft, met wonderbaar beleid
geheel het werk volbracht heeft, waarom gij thans nog schreit.
Wie in dit geloofsvertrouwen zijn weg met God gaat, die heeft een gelukkig leven en die gaat vol vertrouwen op God elk nieuw jaar in, wat dat jaar ook brengen mag!