“Dus mijnheer… ik doe mijn best om goed te leven en u doet dat ook… en nu ga ik verloren omdat ik niet geloof dat er een God is en u wordt behouden omdat u wel in God gelooft. Nou, dat is toch pure discriminatie ?!” Met deze woorden meende de man het gesprek met de evangelist van de Bijbelstand ergens op een beurs in Nederland te kunnen samenvatten.
De evangelist schudde echter het hoofd en vroeg de man: “Heeft u behalve goede daden ook wel verkeerde daden gedaan?” Op die vraag kwam schoorvoetend een bevestigend antwoord. Daarop zei de evangelist: “verkeerde daden heb ik ook gedaan, wat dat betreft verschil ik niet van u. Maar… mijn verkeerde daden zijn weggewassen door het bloed van Jezus Christus. Jezus Christus heeft op het kruis de straf voor mijn zonden gedragen en daarom ben ik behouden. Als u echter voor God komt te staan dan heeft u geen Heiland die voor u in de bres gesprongen is, want u aanvaardt Hem niet. Dan staat u schuldig voor God en moet God u oordelen vanwege uw verkeerde daden”.
Een voorbeeldje kan dienen om de zaak nog eens te verduidelijken. Jansen en Pietersen wonen in dezelfde straat. Elke dag trimmen ze samen een half uur en beiden zien ze er blakend van gezondheid uit. In de wijk worden de twee zeer gewaardeerd en voor de wijkvereniging spannen ze hun beste krachten in. Ze hebben echter één kwaal, ze houden er slordige eetgewoonten op na en beiden lopen een gevaarlijke voedselvergiftiging op. Gelukkig heeft de dokter er een goed geneesmiddel tegen. Jansen neemt de medicijn in, maar Pietersen heeft in de dokter niet veel vertrouwen en weigert het drankje in te nemen. Binnen veertien dagen is Pietersen aan de vergiftiging bezweken, terwijl Jansen op dat moment weer heel voorzichtig aan zijn trimrondjes begint.
Op de vraag waarom Pietersen overleden is en Jansen niet, moet je strikt genomen dit antwoord geven: Pietersen is overleden, omdat hij een voedselvergiftiging heeft opgelopen EN omdat hij het geneesmiddel er tegen geweigerd heeft.Daarentegen leeft Jansen omdat hij het geneesmiddel wel geaccepteerd heeft. Het verschil tussen de beide mannen zat hem niet in het trimmen, evenmin in de waardering van de wijkbewoners, zelfs ook niet in hun eetgewoonten, maar enkele en alleen in hun houding tegenover het geneesmiddel.
Zo hangt het eeuwig behoud van een mens af van diens houding ten opzichte van Gods redmiddel voor het oordeel: Jezus Christus en die gekruisigd! In het boek Jesaja staat deze belangrijke tekst:
“Uw ongerechtigheden zijn het, die scheiding brengen tussen u en uw God” (Jesaja 59 vers 2).
Onze verkeerde daden vormen het eerste probleem. Zij brengen Gods oordeel over de mens. Er is echter redding van het oordeel mogelijk, want
“God heeft de wereld zo lief gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven (in het oordeel van de kruisdood) opdat ieder, die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar het eeuwig leven heeft” (Johannes 3 vers 16).
Nu komt als tweede punt: hoe staan wij tegenover Jezus Christus, de door God gegeven Redder? Voor iemand die niet in God en in Christus gelooft, geldt het volgende:
- zo iemand gaat verloren vanwege zijn zonden en
- zo iemand wordt niet van die ondergang gered, omdat hij weigert in Christus te geloven.
We kunnen u dan ook maar één ding aanraden: begin te beseffen dat God bestáát en dat u een zondaar bent, die verloren is. Neem vervolgens Jezus Christus aan als uw Redder. Dan schenkt God u het eeuwige leven!