Dat de Bijbel een bijzonder boek is wordt door velen – zelfs door personen buiten de christenheid – erkend. Maar hoe weet je nu dat de Bijbel werkelijk, zoals vele christenen beweren, het absoluut betrouwbare Woord van God is? Valt dat soms op de een of andere manier te bewijzen? Wel, laten we het maar direct volmondig erkennen, dat er geen verstandelijk bewijs te leveren valt waaruit onomstotelijk zou komen vast te staan dat de Bijbel Gods Woord is.
De Bijbel doet dan ook geen appèl op ons hoofd, maar op ons hart en ons geweten. Dat wil niet zeggen, dat je je verstand moet uitschakelen, maar dat is een andere kwestie. De Bijbel doet in bepaalde zaken namelijk wel degelijk een beroep op ons verstand, maar het aannemen van de Bijbel als het Woord van God is geen kwestie van logische overtuiging, maar van geloof.
De apostel Paulus heeft indertijd een buitengewoon mooi getuigenis gegeven van mensen, die de prediking van het evangelie hoorden en dat door diepe overtuiging aanvaardden als het Woord van God. We lezen daarover in 1 Thessalonicenzen het volgende:
“En hierom danken ook wij God onophoudelijk, dat gij, toen gij het gepredikte Woord Gods van ons hebt ontvangen, het hebt aangenomen niet als een woord van mensen, maar, wat het inderdaad is, als een Woord van God, dat ook werkzaam is in u, die gelooft” (1 Thess. 2:13).
Wat bracht de Thessalonikers ertoe om de prediking van een paar – hen totaal onbekende – Joden aan te nemen als een boodschap van God, de Schepper van hemel en aarde? Hoe kwamen ze ertoe het heidendom op te geven en christen te worden? Kwam dat omdat Paulus en Silas eventjes wiskundig uit de doeken hadden gedaan hoe het zat? Welnee, dat kwam omdat ze in hun geweten geraakt waren. Ze erkenden dat de boodschap waar was, dat ze ongelukkige, verduisterde zondaars waren. Ze bekeerden zich met berouw van hun zonden tot God en geloofden het evangelie. En dat bracht hun vreugde en zekerheid van hun behoud, maar…. Dat betekende voor hen een totaal andere levenspraktijk. Geen liegen en stelen, geen drinkgelagen en zedeloze praktijken meer. Het woord werkte in hen. En daar ging aantrekkingskracht van uit op anderen. En zo ontstond er te Thessalonika, net als in andere plaatsen, een bloeiende christelijke kerk of, wel een gemeente van Jezus Christus.
En die uitwerking heeft het Woord van God nog altijd bij ieder die wil luisteren en die wil erkennen dat hij inderdaad een zondaar is. Wie zo tot inkeer komt, die weet dat de Bijbel Gods Woord is, niet door verstandelijke overtuiging, maar omdat hij de waarheid van Gods Woord ervaren heeft.
Uw Woord is de waarheid.