Antwoord op reacties van lezers
We ontvingen een brief van iemand op Schiermonnikoog. Zijn reactie komt op het volgende neer:
a. geloof is gebaseerd op angst, namelijk voor de Goddelijke straf en
b. op hebzucht, te weten naar de beloning van een plaats in de hemel.
Goeddoen als ruilhandeltje deugt echter niet. De christelijke opvoeding is gewoon indoctrinatie. En kijk eens naar de resultaten van onze christelijke beschaving: een grote chaos, onderling haat, vernield milieu. Nu, aan de vruchten kent, men de boom. Veranderen is prima, maar dan opklimmen naar een hoger zelfbewustzijn. Dat is heel wat anders dan achter een dominee aanlopen.
Deze reactie is niet mis. Ga er maar aan staan. Een andere vraag is of de kritiek, die onze briefschrijver spuit, terecht is. We ontkennen niet dat er een kern van waarheid in zit, maar is dat toch niet een erg klein kerntje?
De milieucrisis
Neem de milieucrisis. Is die nu het specifieke gevolg van een christelijke beschaving? Kom nou, ze is het gevolg van een technische ontwikkeling die zo zichzelf niets met christelijk geloof te maken heeft. Die ontwikkeling mag dan in het zogenaamde christelijke westen begonnen zijn, ze doet zich ook voor in landen als het atheïstische Rusland en in Japan. En in al die landen zorgt ze voor dezelfde problemen ongeacht welke overtuiging men heeft. Die ontwikkeling is helaas uit de hand gelopen, maar onze briefschrijver heeft van diezelfde ontwikkeling meegeprofiteerd. Draagt hij soms geen polshorloge? Rijdt hij niet op een fiets of in een auto? Het laatste misschien niet op Schiermonnikoog, maar daarbuiten dan? Gebruikt hij geen papier om op te schrijven? En ga zo maar door. We zullen de problemen die deze ontwikkeling met zich mee heeft gebracht onder ogen moeten zien en er oplossingen voor moeten vinden en in bepaalde gevallen de ontwikkeling een halt moeten toeroepen, maar dat staat los van welk geloof dan ook.
Onderlinge haat en verdeeldheid
Meer hout snijdt de kritiek op de onderlinge verdeeldheid in de christenheid. Maar is dat het wezenlijke van het christelijke geloof? Of komt dat doordat men van het geloof een wanproduct heeft gemaakt? Zie je trouwens dezelfde verdeeldheid niet in de politiek en in ik weet niet hoeveel sectoren van de maatschappij? Komt ze uiteindelijk niet voort uit het boze, zondige hart van ons mensen, uit ons egoïsme, onze hebzucht en heerszucht? Het is treurig dat ze ook voorkomt op christelijk erf, dat geven we graag toe. De vraag is echter ook naar welke kant van het christendom kijk je? Kijk eens naar een manifestatie waar tienduizenden christen-jongeren in een goede sfeer bij elkaar zijn en waar geen wanklank wordt gehoord, terwijl in een voetbalstadion onder een paar duizend ‘voetballiefhebbers’ er soms moord en doodslag heerst? Het is nu eenmaal zo, dat er geen vals geld zou zijn als er geen echt bestond; zo is er ook vals christendom naast het echte. Denk wat het laatste betreft maar eens aan de zelfopoffering die zindelingen zich in heidenlanden hebben getroost.
Gebaseerd op angst?
Geloof in God is niet een kwestie van angst, maar van inzicht, van verstand. Dat klinkt misschien gek, maar tot op zekere hoogte is dat toch zo. De schepping bewijst namelijk dat er een God is. En de Bijbel zegt heel concreet: ‘De dwaas zegt in zijn hart: ‘Er is geen God’. Het is namelijk dwaasheid aan te nemen dat dit heelal, zoals het reilt en zeilt, vanzelf door louter tijd en toeval uit het niets is voortgekomen. De Bijbel spreekt over God als de Schepper en sluit aan bij wat we uit de natuur kunnen weten, namelijk dat er een Schepper is. Die Bijbel onthult echter ook hoe het komt dat de schepping niet optimaal functioneert. De oorzaak is de zonde. Wij mensen hebben God aan de kant gezet en zijn, los van God, onze eigen weg gegaan.
De Bijbel zegt dat we innerlijk niet deugen, en als we eerlijk zijn ten opzichte van onszelf kunnen we dat bevestigd vinden in ons eigen hart en in het leven van de mensheid in het algemeen. Welnu, de Schrift zegt dat de mens eenmaal voor God rekenschap zal moeten afleggen en dan geoordeeld zal worden tenzij hij Jezus Christus als zijn redder heeft aangenomen. Het geloof in een heilig God en in een rechtvaardig oordeel van God is niet een kwestie van angst. Het is een vaste overtuiging van de waarheid van wat God in de Schepping en in de Bijbel heeft geopenbaard. Het geloof is niet gebaseerd op angst, maar het geloof in een Almachtig en Heilig God kan wel een heel heilzame angst tot gevolg hebben. De bijbel zegt: ‘Vreselijk is het te vallen in de handen van de levende God’.
Je gelooft dat niet uit angst, integendeel, je wordt daarvan overtuigd door de Geest en het Woord van God. En als je werkelijk overtuigd bent van je verloren toestand ga je roepen om redding. Dat deed de tollenaar waarvan Jezus Christus vertelde en die zei: ‘O God wees mij zondaar genadig!’ Hij vroeg om ontferming want hij besefte schuldig te staan voor de heilige God. Kennismaking met de boodschap van het evangelie is in eerste instantie niet zo’n aangename zaak, het kan een schrik te weeg brengen, maar dan een heilzame schrik, die tot eeuwig behoud leidt. Zijn mensen die op een zinkend schip lol staan te maken of rustig zitten te zonnen omdat ze niet beseffen wat er aan de hand is of er onverschillig de ogen voor sluiten, te benijden? Is het niet verstandiger de toestand in te zien en te roepen – desnoods uit doodsangst – om redding en de uitgestoken hand van mogelijke redders te aanvaarden?
Welnu, Jezus Christus is in de wereld gekomen om voor verloren zondaars te sterven zodat ze van het eeuwig oordeel van God bevrijd kunnen worden door het geloof in Hem. We wensen de lezers, ook onze briefschrijver uit Schiermonnikoog, geen angstsyndroom toe; maar wel hopen we dat zij en hij tot de erkenning van hun verloren toestand voor God mogen komen en Jezus Christus als Verlosser mogen aannemen. Dat is niet een kwestie van hebzucht, dat is geen ruilhandeltje, dat is het aanvaarden van pure genade van God en het leren kennen van Zijn liefde voor mensen, die uit zichzelf vijandig tegenover Hem staan. De vrucht daarvan is een leven tot eer van God en ten dienste van de ander en dat niet gedreven door hebzucht, maar door liefde.