Vaak hebben mensen het idee, dat een christen per se met een somber gezicht moet rondlopen. Nu moet ik er direct bij zeggen dat er wel een verontschuldiging is voor het creëren van deze karikatuur van de christen. Er lopen namelijk wel christenen met een doodbiddersgezicht rond. Vaak ook zuchten en klagen ze in plaats van vrolijke liederen te zingen.
De vraag is echter of dat het bijbelse beeld van de christen is en ik ben zo vrij die vraag ontkennend te beantwoorden en dat met drie voorbeelden uit de Bijbel te illustreren.
In een stad in Palestina, Samaria geheten, leefde een tovenaar die het volk met zijn kunsten in de ban had. De bewoners waren niet gelukkig. Ze leefden in het duistere heidendom. Dan opeens duikt er in hun stad een man op, die het evangelie van Jezus Christus gaat prediken. Dat brengt een radicale omkeer te weeg. Het effect daarvan lezen we in Handelingen 8 vers 8: ‘En er kwam grote blijdschap in die stad’.
Een minister van een Ethiopische koningin is naar Jeruzalem gegaan. Hij heeft van de God van Israël gehoord en wil Hem aanbidden. Op de terugreis zit hij het boek Jesaja te lezen en wel hoofdstuk 53. Hij begrijpt echter niet over wie het gaat. Dan komt dezelfde man die in Samaria predikte bij hem en begint een gesprek. Hij legt de Ethiopiër uit, dat de profeet Jesaja spreekt over de Verlosser, Jezus Christus en vertelt hem dat Jezus Christus voor ons gestorven is en het oordeel van God heeft ondergaan, opdat wij voor eeuwig behouden kunnen worden. De man gelooft deze boodschap en als de evangelist verdwenen is, treurt hij daar niet over, maar er staat: ‘hij ging zijn weg met blijdschap’ (Handelingen 8 vers 39).
Het derde geval betreft de directeur van de gevangenis te Filippi in Griekenland. Onder de gevangenen bevinden zich twee predikers van Jezus Christus. Als er een aardbeving optreedt waardoor de gevangenisdeuren uit hun voegen geslagen worden, wil hij zelfmoord plegen omdat hij meent dat de gevangenen ontsnapt zijn. De predikers stellen hem echter gerust. De gevangenen zijn niet weggelopen maar luisteren naar wat deze beide zendelingen te vertellen hebben. Dan haalt de gevangenisdirecteur de beide mannen in huis en zij prediken ook aan hem het evangelie. Dit brengt een totale omkeer bij hem en zijn gezin tot stand en we lezen: ‘Hij verheugde zich dat hij met zijn gehele huis tot het geloof in God gekomen was’ (Handelingen 16 vers 34).
Het christelijk geloof geeft vreugde en die vreugde kan ook uw deel zijn als u uw zonden voor God belijdt en gelooft in Jezus Christus. Dat geldt voor hen die van huis uit met het geloof niet bekend zijn (dat was de gevangenisdirecteur ook niet), maar ook voor christenen die met een somber gezicht rondlopen omdat ze zich nooit echt aan Jezus Christus hebben toevertrouwd.