Antwoord op een brief
Een lezer uit Amsterdam schreef me over de inhoud van Genadeklanken en wel over het lot dat de ongelovigen wacht. De briefschrijver vindt dat “vaak te onpas stellig wordt beweerd, dat ieder die het geloof afwijst, een eeuwige pijniging tegemoet kan zien”. Volgens hem “stoot men daarmee vaak mensen af, die toch wel oren zouden hebben om te luisteren naar de vrede, het geschenk en het nieuwe leven in Christus, waarover een gelovige kan spreken”.
Nu willen we graag toegeven dat te onpas over het lot van de ongelovigen gesproken kan worden en dat dit soms wel gebeurt op een wijze die beslist niet dient, namelijk: koud en gevoelloos. We menen echter dat dit in Genadeklanken niet zo gebeurt. Als we die indruk gewekt zouden hebben, spijt ons dat.
Anderzijds echter hebben we te bedenken dat God in de Schrift heel duidelijk over de hel spreekt en dat we tekort zouden schieten wanneer we hierover zouden zwijgen. Het gaat namelijk om een duidelijk geopenbaarde waarheid, waarmee het werk van Christus onlosmakelijk verbonden is. Hij kwam namelijk juist om ons VAN HET EEUWIGE OORDEEL te verlossen, maar daarvoor is het nodig in Hem te geloven.
De brief van deze lezer herinnert me aan een mevrouw die tegen me zei: Ik houd niet van Paulus. Die is me veel te streng met al zijn praten over hel en verdoemenis. Ik heb meer op met Jezus Christus. Hij spreekt over rust en vrede
.
Ik heb deze dame toen gevraagd of ze wist wie het volgende gezegd had en ik citeerde haar enkele van de onderstaande uitspraken”
a. “want het is beter voor u dat een van uw leden vergaat, dan dat uw hele lichaam in de hel wordt geworpen” (Mattheüs 5 vers 29, 30).
b. “weest veeleer bevreesd voor hem, die beide, ziel en lichaam, kan verderven in de hel”(Mattheüs 10 vers 28).
c. “en zij zullen hen in de vurige over werpen, daar zal het geween zijn en het tandengeknars” (Mattheüs 13 vers 42, 50).
d. “Het is beter voor u verminkt of kreupel ten leven in te gaan, dan met twee handen of twee voeten in het eeuwige vuur geworpen te worden” (Mattheüs 19 vers 8).
e. “werpt hem uit in de buitenste duisternis; daar zal het geween zijn en het tandengeknars” (Mattheüs 22 vers 10, 25 en vers 30).
f. “gaat weg van Mij, gij vervloekten, naar het eeuwige vuur, dat voor de duivel en zijn engelen bereid is”(Mattheüs 25 vers 41).
Deze zes uitspraken heb ik bij elkaar gebracht uit het eerste boek van het Nieuwe testament, dat is het tweede deel van de Bijbel. Er zijn echter nog wel meer soortgelijke uitspraken in de Bijbel te vinden. Ik zal ze niet alle aanhalen, maar wil alleen nog de aandacht vestigen op een drietal, die laten zien dat de “hel” niet een vernietigingsplaats is zoals sommigen beweren en dat het evenmin gaat om een tijdelijke straf of om een louteringsperiode, zoals anderen voorstaan:
1) “en de rook van hun pijniging stijgt op TOT IN ALLE EEUWIGHEID; en zij hebben geen rustdag noch nacht”(Openbaring 14 vers 11).
2) “en zij zullen gepijnigd worden dag en nacht, TOT IN ALLE EEUWIGHEID” (Openbaring20 vers 10).
De derde van het drietal is een woord van Jezus Christus Zelf:
3) “en indien uw oog u tot zonde zou verleiden, ruk het uit. Het is beter dat gij met één oog het Koninkrijk Gods binnengaat, dan dat gij met twee ogen in de hel geworpen wordt, WAAR HUN WORM NIET STERFT EN HET VUUR NIET WORDT UITGEBLUST” (Markus 9 vers 47, 48).
Anders gezegd: kap met de zonde, al kost het je nog zoveel, oordeel je verkeerde neigingen, want anders zul je komen op de plaats van eeuwige wroeging.
Mijn briefschrijver wil zich naast de Schrift beroepen op algemene Godskennis en op dat wat de natuur ons leert. Op dit terrein kunnen deze twee ons echter niets leren. Hier zijn we volkomen afhankelijk van wat God in de Schrift openbaart. En dat getuigenis is voor geen tweeërlei uitleg vatbaar,
Ik wil besluiten met het bekende evangelie in een notendop, te weten Johannes 3 vers 16, te citeren, voorzien van enige verduidelijking:
“Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn enige Zoon gegeven heeft (tot in het oordeel op het kruis), opdat een ieder die in Hem gelooft, (Hem aanvaardt als Degene die voor onze zonden het oordeel onderging) niet verloren ga, (dat is anders ons lot) maar eeuwig leven zal hebben (ofwel voor eeuwig behouden wordt)”.
Het evangelie is een boodschap van redding, zeer zeker, maar van redding voor mensen die verloren zijn en dat ook erkennen!