Sint Nikolaas
Kadostrasa 5
Myra-1291 Espanja 5 Desembras 1991
Als ick my naar Ollanda soude beghefen
sei ik: ‘Pedro wagcht eens efen,
doe my toch eerst goedt uyt den doecken
welke menschen wy moeten besoecken
om se op dese onse noordelijke reise
onse fergaande gulheid te bewijsen?’
Swardo Pedro, fanouds niet fan gister
hief beswerend de finger ende wist er
als altijd passend op te reageren:
Sankta Clausa wil togch fan mij leren
niet met uw gulheid ten kope te lopen
oock al schencken wy het gheld bij hopen.
Wy ghaen naar seer noordelijke drefen
op de rand alwaer nog menschen lefen.
In Lijouwaerden moeten we sein
al bij een ferradelijck afghesloten plein,
dat met kneppels op een freed
na onderghaen fan frees’lijck leed
door de friesschen is befochten
op Engelschen, die hun onderganck sogchten.
Een Fackel op die ghedenckwaerdige plecke
moet daerfoor ter herinnering strecken.
Maar Pedro, segd’ick hoe kan dat weeshen
in myn geschenckboeck hebbe ick geleshen,
dat daer een estado de lifras moet staen,
ofwel het moet om een boeckhandel ghaen.
Ick, sei Pedro, sprak ofer lanckferfloghen tijden,
nu wonen er menschen die hun aandagcht wijden
aen ferhefene ende religieuse saecken:
ende er biblia lectiones maecken.
Men ferkophet’er boecken ende schone gedagchten,
en calendria’s bij karrefragchten.
Ick ghefe u nu in dit doorwrocht ghedicht
fan alle werkers een fluchtig ofersicht.
Aldaer siet men een tweetal lieden
die het personeel wercke komen bieden,
een fan die twee illust’re heren
sie je daer slechts enckele keren.
ferfolghens setelt er als ick wel het hebbe
een knaep als een kruisspin in een webbe.
Naest hem werckt een jonckman gedrefen
met op del cardo’s kruisjes aan te ghefen.
ferfolghens is er een neo die moet leren
een computeros fakkundig te beheren.
Een fitte futto werckt als sortate,
men kan hem ook lectiones fouwhen late.
Siena frouw sehmet sorgfuldig de ruyten
sowel fan binnen als d’oock fan buyten.
Berlicona parochiana suighet stof
ende feghet oock de plancken of
De plansana fersorght een senorita
sij kijckt oock de coffie en coeck na.
De pecunia sijn een topsenior thoeferthrouwt
die ten nieuhwe jare op daermede houdt.
Seine Ricarda ferkophet foor het laetst boecken,
foor beiden moet men ferfhangers soecken.
Een and’re senorita is thuis in d’oefres foor petitos
ende weder eene andere ferkoopt in de afendos.
Pedro sweegh end’ik sprack tefreden:
‘Dit is foor mij foldoende reden
hen alle met een geschenck te fereren
waar men sehr langhe op kan teren.
Ick offreer hen ene symphonie
ghelardeerd met een lichte siropie,
ghebracht met ambagchtelijcke toon
ferehret met het merkmal Kroon.
Ferfolghens een trommelaere
met een mengheling fan allegaere
coucskens en ferlugchtet sehr secuur
om te brenghen digchter bij de natuur.
Dat fergesehllet fan enen enfeloppe
om gheld in en niet uyt den sack te kloppe.
Met dit alles seght Sint besgcheiden dogch onomwonden
een ghuller mensch dan hij moet nogch worden gefonden.
Sancta Clausa ende Pedro