127 Nadenkertje nr. 27 Christus de steen

Christus wordt in de Bijbel ‘de steen’ genoemd, maar dat in een verschillende belichting. Een heel positieve voorstelling treffen we aan in Js 28:16 waar God van Christus zegt:”Zie ik leg in Sion een steen ten grondslag, een beproefde steen, een kostbare hoeksteen van een vaste grondslag: hij die gelooft haast niet”.
Deze uitspraak ziet op Christus als een steen van het Godsgebouw. Zo heeft God Hem bedoeld. We vinden dat ook zo voorgesteld in Ef. 2:20.

Wat hebben de Joden echter met de steen gedaan? Wel, ze hebben hem versmaad( (Ps 118:22) maar God heeft Hem tot een hoeksteen gemaakt van zijn geestelijke huis, van de gemeente.
In positieve zin spreekt Petrus als volgt over Hem:” En komt tot Hem, de levende steen, door de mensen wel verworpen , maar bij God uitverkoren en kostbaar, en laat u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijk huis, om een heilige priesterschap te vormen”. Waarna de apostel vervolgt met te wijzen op de reeds genoemde tekst uit Js 28:16 (1 Pt 2:4-6).

Maar over Christus wordt ook in negatieve zin gesproken als een steen en dat is zeer ernstig. We vinden dat in Dn 2:44,45 waar Christus wordt voorgesteld als de steen die het beeld waardoor de rijken van de volken wordt voorgesteld totaal verbrijzelt. Dat negatieve beeld vinden we ook in het NT en wel als volgt (in het persoonlijke vlak). We lezen daar namelijk: ” En wie op deze steen valt zal verpletterd worden en op wie hij valt die zal Hij vermorzelen” (Mt 21:14; Luk 20:18)

Wel een ernstige zaak om over na te denken. Hoe staan wij ten opzichte van Christus? Bouwen we op Hem of struikelen we over Hem?

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies