Een reiziger in het Middenoosten vroeg aan zijn gids die opstond van zijn morgengebed hoe hij wist dat er een God was. De man antwoordde: ‘Hoe weet ik dat er vannacht een kameel langs onze tent gelopen is? Dat weet ik omdat ik de afdruk van zijn hoeven in het zand zie’. De gids wees naar de zon die opkwam boven de horizon en zei: ‘Ik weet dat die voetafdruk niet van een mens is, maar van God’.
Het is een oud voorbeeldje, maar het heeft waarde ook voor onze moderne tijd.