Kwaad-zijn en daar uiting aangeven door iemand op zijn nummer te zetten, doet niet alleen schade aan die ander, maar nog meer aan jezelf. Je wordt er niet beter of gelukkiger van en het lost het conflict niet op. Iemand die zich erg beledigd voelde doordat een vooraanstaand politicus hem beledigd had ging naar een vriend toe die jurist was. Hij overlegde bij zichzelf hoe hij zijn belediger het beste kon “afserveren”en hij vroeg zijn vriend of het niet een daad van mannelijkheid was als hij de ander het kwaad dat deze hem had aangedaan vergold.
De jurist antwoordde: “Hem zijn kwaad betaald zetten zou inderdaad een mannelijke daad zijn, maar hem vergeven zou een Goddelijke daad wezen.
Een wraakzuchtig persoon kun je de vraag stellen wat moeilijker is: de belediging te wreken of de tegenstander te vergeven? Als hij het laatste het moeilijkst vindt, dan kun je hem voorhouden dat het moeilijkste doen het meest mannelijke gedrag betekent. In Sp 16:32 lezen we dat iemand die zijn geest beheerst hem overtreft die een stad inneemt.