Er zijn vijf fasen die een christen moet doorlopen in zijn geestelijk leven. Het zijn de volgende:
- de fase van de pasgeboren baby, die nog met melk gevoed wordt (1 Pt 2:2; vgl. 1 Ko 3:2 en Hb 5:12);
- de fase van het gespeend zijn (afgewend zijn) van de melk van de borstvoeding (Js 28:9);
- de fase van de kleine kinderen , van de kleuters en tieners, die vergeving van zonden kennen (1 Jh 2:12);
- de fase van de jongelingen die overwonnen hebben in de strijd met de boze (1 Jh 2:13);
- de fase van de vaders, die diepere kennis hebben van God en van Jezus Christus (1 Jh 2:13).
De oudere christen moet zich al die fasen herinneren en zich er nog steeds inleven.