1 Wat hij was
een belangrijk man… een legeroverste vs 1
een gezien man bij zijn heer vs 1
stond in hoge gunst vs 1
een overwinnaar vs 1
een krijgsheld vs 1
maar… melaats… beeld van een zondaar vs1
2 Wat hij fout deed
hij liet zich zenden tot de koning van Israël
zijn slavin had gesproken over de profeet vs 5a
hij meende met een gift zijn genezing te verkrijgen vs 5b
hij dacht gereinigd te worden op zijn manier vs 12
hij verachte de rivier de Jordaan vs 12
hij keerde zich om grimmigheid vs 12
3 Wat hij goed deed
hij liet zijn dienaren aan het woord vs 13
die wezen hem op de eenvoud van de boodschap vs 13
hij gaf zijn dienaren gelijk en ging naar de Jordaan vs 13
hij deed precies wat hij Elisa hem had laten zeggen
en dompelde zich zeven maal onder vs 13
4 Wat er met hem gebeurde
zijn lichaam werd gezond vs 14
als van een kleine jongen > vernieuwing vs 14
5 Zijn belijden is
Nu weet ik dat er op de hele aarde geen God is dan in
Israël vs 15
hij wil die God voortaan dienen vs 17
Welke mensen God gebruikte om Naäman te genezen:
a het slavinnetje
b de vrouw van Naäman
c de koning van Aram
d de koning van Israël
e Elisa de profeet
f een boodschapper van Elisa naar de koning
g een boodschapper van Elisa naar Naäman (dezelfde?)
h de dienaren van Naäman