Ex. 2:23 : De Israëlieten zuchtten … en … schreeuwden het uit.
Ex. 2:24 : God hoorde … en gedacht … God zag … en had bemoeienis
Ex. 3:6-9: Ik heb terdege gezien … en … gehoord.. Ik ken … Ik ben nedergedaald
Ex.6:1-7: Ik heb mijn verbond opgericht. Ik heb … gehoord. Ik heb gedacht aan mijn verbond. Ik zal … uitleiden. Ik zal u … aannemen. Ik zal u tot een God zijn. Ik zal u brengen naar het land. Ik zal het u geven…