Zijn voorbeeldige houding
- Hij liep snel op de Heer toe
- Hij viel voor Hem op de knieën
Zijn waardering voor de Heer
- Hij spreekt `Hem aan als ‘goede meester’
- er is maar een goed: dat is God > zijn woorden betekenen dat Jezus God is maar of hij dat beseft heeft, is de vraag.
- Hij erkent de Heer als ‘Meester’
Zijn belangrijke vraag
- wat moet ik doen om het eeuwig leven te beërven?
- kennis van de geboden van God is niet genoeg, zelfs het doen van de geboden ook niet het komt niet op ‘werken’ aan, maar op gezindheid
Hoe de Heer hem benadert:
- Hij keek hem aan
- Hij had hem lief
- Hij sprak met Hem
Wat hem ontbrak
- slechts één ding, maar dat hield alles in
- waardeerde zijn bezit op aarde meer dan het eeuwige leven
Het droevige gevolg
- hij werd treurig
- hij gaat bedroefd weg
Of je nu bedroefd verloren gaat of met een vloek op de lippen maakt in feite geen verschil
Eén ding
één ding ontbreekt je Mk 10:21
één ding weet ik: dat ik blind was en nu zie Jh 9:25
één ding is nodig – luisteren naar het Woord Lk 10:42
één ding doe ik – vergeten wat achter is en… Fp 3:14
één ding zij u niet onbekend… 2 Pt 3:8
één ding heb ik begeerd… Ps 27:4