In Jh 3:16 lezen we de belangrijke en overbekende uitspraak: “Opdat een ieder die in Hem gelooft eeuwig leven heeft”
- De personen om wie het gaat worden aangeduid met “een ieder”. Het betreft dus niet een enkeling;
- De voorwaarde waaraan ze moeten voldoen is “geloof”. Niet het doen van werken, niet het houden van de wet, niet het volvoeren van een bepaald ritueel, nee men moet “geloven”;
- Het resultaat wordt aangegeven met de woorden “heeft eeuwig leven”. Niet een lang tijdelijk bestaan, maar een eeuwig bestaan dat gekenmerkt wordt door rust en vrede. Een bestaan bij God in de heerlijkheid.
De ene misdadiger op het kruis krijgt een geweldige belofte die we eveneens in drieën kunnen delen. De belofte luidt “Vandaag zul je met Mij in het paradijs zijn”
- Hij krijgt een fantastische positie, de beste positie:”Het paradijs”, dat is een plaats van heerlijkheid;
- Dat niet veel later maar “vandaag”. Dat is de bestetijd;
- En dat in het beste gezelschap “met Mij”.
Er zijn nog wel meer teksten die we in drie delen kunnen splitsen, maar deze zijn voor nu voldoende.