1 Naar Jezus kijken > daar moet het mee beginnen vs 36
2 Als we Jezus kennen dan van Hem getuigen > ‘Zie het Lam Gods’ vs 36
3 Luisteren naar het getuigenis over Jezus > ‘zij hoorden hem spreken’ vs 37
4 Een keus maken > ‘zij volgden Jezus’ vs 37
5 Meer van Jezus willen weten > ‘Waar hebt u uw verblijf’ vs 39
6 Bij Jezus willen blijven > ‘zij bleven die dag bij Hem’ vs 40
7 Anderen bij Jezus brengen > ‘Andreas vond eerst zijn eigen broer Petrus’ vs 42
8 Ze uitnodigen om te komen > Geen discussie, maar de oproep: ‘Kom en zie’ vs 46