1 De bron en het kenmerk van hoogmoed
a zelfrechtvaardiging > zie de farizeeër in de tempel Lk 18:11,12
b onervarenheid 1 Tm 3:6
c voorspoed Ps10:4; 2 Kr 32:23-26
2 Waartoe hoogmoed leidt
a weerspreken van het woord van God Jr 43:1,2
b verachting van de ellendigen Ps 10:1,2
c tot ruzie Sp 13:10
d dat men angst heeft voor de hoogmoedige; verdrukking van de
ellendigen Jr 49:16
3 Hoe te beoordelen?
a God haat hoogmoed Sp 6:16,17
b Ze brengt ongeluk met zich mee: hoogmoed komt voor de val Sp 16;18
4 Wat hoogmoed heeft bewerkt
a het dreef het eerste mensenpaar uit de hof Gn 3:22-24
b het bracht Saul de ondergang op de bergen van Gilboa 1 Sm 31:4
c het verdreef Nebucadnezar van zijn troon Dn 5:18-21
d het leidde tot verlies van het koningschap en van zijn leven bij Belsazar Dn 5:22-30
e de hoogmoed van Haman bracht hem aan de galg Es 7:10
f het wierp de ’morgenster’ uit de hemerl Js 14:12-15