Joh. 1:12 Zij die Jezus Christus hebben aangenomen en in zijn naam geloven, hebben het recht ontvangen kinderen van God te worden.
Joh. 3:16 Deze gelovigen zullen niet verloren gaan, in tegendeel zij
Joh. 3:16,36 hebben het eeuwige leven.
Joh. 3:18 Zij worden niet geoordeeld.
Joh. 5:24 Zij die in het woord van de Heer geloven en in Hem die Hem gezonden heeft, zijn uit de dood overgegaan in het leven.
Joh. 6:35 Zo iemand zal nooit meer dorst hebben.
Joh. 6:40 en zal opgewekt worden op de laatste dag.
Joh. 7:38 Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.
Joh. 11:25,26 De gelovigen zullen leven ook al sterven ze en ze sterven niet in eeuwigheid.
Joh. 11:40 Ze zien in het handelen van Jezus Christus de heerlijkheid van God.
Joh. 12:36 Ze zijn kinderen van het licht en
Joh. 12:46 blijven niet in de duisternis.
Joh. 14:12 Zij doen de werken die de Heer deed, ja zelfs grotere werken.
Joh. 16:27 Ze worden door de Vader geliefd.
Joh. 20:29 Ze zijn gelukkig omdat ze geloven zonder te zien.