Voor koning Agrippa geeft Paulus een verslag van zijn bekering en van de opdracht die God hem gaf. Deze laatste hield in:
1 De ogen van het volk en de volken te openen. Het gaat dus om innerlijke verlichting.
2 Opdat ze zich bekeren:
a) van de duisternis tot het licht
b) van de macht van satan tot God
Dat ziet op een geweldige bevrijding van duistere machten.
3 Vergeving van zonden. Dat is bevrijding van een last die op het geweten drukte.
4 Het ontvangen van een erfdeel.
5 Het middel is, zo zegt de Heer: door geloof in Mij.