Dit schema overlapt een ander schema over afstaan van organen.
1) Woord en begrip Donor is een latijns woord voor ‘gever’. Meest gangbaar voor ‘bloedgever’. Codicil latijns woord dat slaat op een bijvoegsel bij een testament of op een door de erflater handgeschreven, gedagtekend en ondertekend stuk. Donor-codicil moet daaraan ook voldoen. Het is een verklaring die je bij je draagt en die inhoudt dat men na je dood een met name genoemd orgaan (of organen) mag wegnemen met het doel die bij anderen te inplanteren. Je behoort je familieleden ervan op de hoogte te stellen.
2) Afstaan organen Dit is een ruimer begrip. Dit afstaan kan ook bij het leven plaatsvinden. Voorbeelden: bloed geven voor bloedtransfusie hoornvlies-transplantatie. Afstaan van beenmerg b.v. aan een patient met leukemie. Afstaan van een nier.
3) Vanzelfsprekende zaak?
Het is geen zaak die je als christen zomaar doet, want je bent niet van jezelf, je lichaam is dat ook niet (zie 1 Kor. 6:19, 20). Mag alles wat kan? Nee daar gaat een gewetensbeslissing aan vooraf (vgl. Rom. 14:5) Dus pro en contra afwegen.
4) Bezwaren a. Specifieke bezwaren bijv. van Jehovah’s. getuigen tegen bloedtransfusie. Zij stellen dat het bloed letterlijk de ziel van de mens is. Je zou dan ook de persoonlijkheid van een ander in je opnemen bij het ondergaan van bloedtransfusie.
b. Algemene bezwaren bijv. dat het neerkomt op verminking. Dit bezwaar spreekt minder als het leven van de donor er niet mee gemoeid is. Denk aan bloedtransfusie, hoornvlies transplantatie.
c. Gevoelsargumenten spelen mee een belangrijke rol spelen. Zoals pieteit t.o.v. overledene. Soms legt men verband met crematie maar dat is onterecht crematie is opgekomen om de gedachte aan opwekking uit te bannen. Men gaat dan bewust voorbij aan het idee van zaaien. Organen afstaan doet men uit menslievendheid om anderen te helpen. Het motief is totaal anders.
5) Verminking die vond en vindt plaats in het heidendom om de godheden te vermurwen (zie 1 Kon. 18:28) of als rouwgebruik dat door God verboden is Lev. 19::27, 28; Deut. 14:1 of als kastijding om zonden te doden. Een beroep op Matt. 5:29 is niet terecht, dat voorschrift is geestelijk bedoeld, want waarom zou er alleen van het rechteroog gesproken worden. Een verminking zoals hier boven genoemd gaat altijd tegen de Schrift in. Anderzijds moeten we bedenken dat er heel wat verminkingen plaatsvinden vinden door ongevallen, terreuracties, e.d.
6) Codicil drukt wil uit van de drager
De nabestaanden zijn er niet voor (mede) verantwoordelijk tenzij… ze zijn geconsulteerd en ermee instemmen. Van belang is dat voorkomen wordt dat de donor ‘gedood’ wordt. Hersendood moet vaststaan. In verschillende landen worden organen verwijderd als er geen ‘codicil’ van bezwaar is; veelal is er dan geen overleg met nabestaanden, men stelt dan dat het lichaam aan de gemeenschap toebehoort. ….Dit standpunt moeten we afwijzen. Want uit de Bijbel blijkt dat iemand persoonlijk verantwoordelijk is voor wat hij met zijn lichaam doet of laat doen.
7) Is er wat voor te zeggen? Ja, maar het komt op het motief aan!! Is dat motief bijbels?! Verg: Christus legde zijn leven voor ons af: Joh. 10:16, 17 zie ook 1 Joh. 3:16; Rom. 5:7; Rom. 16:3; als ook Gal. 4:15.
8) Beschikbaar stellen voor de wetenschap.
Er is een oude uitspraak uit 1765 die luidt: ‘De ontleedingen der Lyken kunnen ons van veel dienst zyn om de Dagen der Leevenden te verlengen, en zy benadeelen de Ruste der overleedenen niet’. Er vindt dan geen begrafenis van de overledenen als zodanig plaats. Het idee van zaaien wordt dan ten dele losgelaten tenzij er met het overgeblevene van het lichaam met respect gehandeld wordt en men het aan de aarde toevertrouwd.
9) Verder moeten we bedenken dat:
We niet de verlossing UIT ons lichaam verwachten (dat is een heidense gedachte) maar de verlossing VAN ons lichaam (Rom. 8:23) en deze vindt plaats wat er ook met het lichaam mag hebben plaatsgevonden.