c Euthanasie – is dat altijd verkeerd?

Betekenis van het woord Grieks: eu = goed; thanatos = dood; dus ‘goede dood’. Bij Grieken en Romeinen ‘waardig sterven’. Ook zo in Middeleeuwen; 17e eeuw ‘zacht/pijnloos sterven’. Later: lijden verkorten door dood te verhaasten’. Nu de handelingen die dit bewerken.

Waarom zo in de belangstelling?

a. Medische techniek is toegenomen – daardoor wordt het leven ‘gerekt’. Vroeger kwam het eigenlijk niet voor. Iemand ging toen veel eerder dood. Men kon een comapatiënt bijvoorbeeld alleen voedsel geven, geen medische behandeling;
b. Moderne mens meer pijngevoelig – om aan de pijn te ontkomen of om het lijden te bekorten kwam de gedachte aan euthanasie op.
N.B. In Middeleeuwen voerde men operaties uit zonder verdoving;
c. Moderne mens is labieler men kan het stervensproces niet meer aan;
d. Secularisatie (verwereldlijking) – men zet christelijke normen heel gemakkelijk aan de kant.

De macht en problemen van de techniek

‘Wie kennis vermeerdert, vermeerdert smart’ d.w.z. men roept daardoor problemen op. We kunnen ontzaglijk veel, maar mag alles (ethiek) wat kan (techniek). De techniek holt voor de ethiek uit. Wetgeving hobbelt er achter aan en daarbij wordt geluisterd naar het volk, dat van techniek en ethiek weinig of geen verstand heeft. We zitten met het probleem van de dood. Wanneer is iemand dood? Vroeger ging men daartoe uit van (a) geen hartslag; (b) geen ademhaling. Tegenwoordig onderscheidt men: hersendood, orgaandood, celdood. klinisch dood: dan zijn de hogere hersendelen afgestorven, men blijft ademhalen. De vraag is dan of dit nog menselijk leven of plantaardig leven is? Na hartstilstand nog vier minuten tijd om ’terug te roepen’, reanimatie geheten. Tot hoelang moet men dat blijven proberen… steeds maar doorgaan? Er doen zich bijna – doodservaringen voor. We zitten dus met een grijs gebied!

Wat euthanasie niet is

a) Stervensbegeleiding (vroeger euthanasie genoemd);
b) Het staken van of niet beginnen aan een zinloze behandeling bij een fataalverlopende ziekte op verzoek van de patiënt (ten onrechte passieve euthanasie genoemd), maar dit is een stervensvertraging stopzetten, niet het sterven versnellen;

  • Euthanasie is doelbewuste beëindiging van leven, hier is sprake van behandeling;
  • De doodsoorzaak is de ziekte, niet het ‘staken van behandeling’;
  • Er is tempoverschil, maar mag iemand ook nog sterven of niet?;
  • Er is emotioneel verschil tussen behandeling staken of spuit geven;
  • ‘Iemand laten sterven is wat anders dan hem doden’. Grens ligt soms dicht bij elkaar(?): Kind onder water houden of kind dat in bad valt, laten liggen maakt niet veel verschil. Jongeman van 20 bij longontsteking een spuit geven of niet behandelen (dit voorbeeld is echter fout, want het gaat niet om een zinloos geval).

c) Pijnbestrijding (morphine) toepassen die als nevengevolg levensverkortend werkt (onterecht indirecte euthanasie genoemd). Ook hier grensvervaging. Welke intentie heeft men? Laten sterven onder hevige pijnen is laten creperen.
d) Niet beginnen aan behandeling op verzoek – mag patiënt operatie weigeren omdat kans op genezing te klein is?

Pas op voor gemakkelijke be- en veroordeling bij ziekbed. We moeten duidelijk zijn waar de Schrift duidelijk is, maar Schrift geeft vaak alleen algemene beginselen. Dus oppassen om er geen specifieke regels aan te ontlenen en die anderen op te leggen.

EUTHANASIE

Geen onderscheid maken tussen: actieve of passieve. Passieve euthanasie is namelijk geen euthnasie (zie punt b). Wel ter zake is het onderscheid dat men maakt tussen: vrijwillige of onvrijwillige euthanasie ook al veroordelen we beide vormen. Dit spraakgebruik zet men echter op de helling. Men zegt wel: ‘Wij zijn alleen voor vrijwillige euthanasie’, maar in de praktijk houdt men zich er niet altijd aan of men gaat in zijn denken toch al verder. Denk aan het debat over abortus. Eerst sprak men over toepassen in beginstadium, maar men ging over op toepassen in later stadium. Zoiets kan ook bij euthanasie gebeuren: nu spreekt men nog over ‘alleen vrijwillig’, straks komt in bepaalde gevallen de onvrijwillige euthanasie in zicht.

KIJK MAAR NAAR DE DEFINITIES:

  • De Staatscommissie 9-7-85 geeft deze omschrijving: ‘het opzettelijk levensbeëindigend handelen door een ander dan de betrokkene, op diens verzoek’. In art. 292 verruimd voor iemand die onomkeerbaar bewustzijn heeft verloren. Op diens verzoek laat men dan wegvallen.
  • H.M.Kuitert: ‘Een opzettelijk levensverkortend handelen (inclusief het opzettelijk nalaten van handelen) door een ander dan de betrokkene op diens verzoek’. Verruimd tot ‘zwaar defect menslijk leven na de geboorte dat voor altijd beneden de minimummaat van menselijk zal moeten blijven’ en dat ‘niet waard is voortgezet te worden’. De ouders kunnen dan het verzoek doen
  • Commissie gezondheidsraad: ‘het opzettelijk beëindigen of verkorten van het leven op verzoek en/of in het belang van de betrokkene. Let op dat laatste.

Kuitert werkt ‘op diens verzoek’ uit. Het kan zijn dat de persoon geen verzoek meer kan doen. Er moet dan – zo zegt men – een euthanasiesituatie zijn. Wanneer is die er? Sporken: als het stervensproces op gang is; anderen: als er sprake is van ongeneeslijkheid; W. Schuurmans-Stekhoven: als levenskenmerken ontbreken (denk aan idioten en dementen).

WAT ZEGT DE SCHRIFT?

a. God blies de levensadem in; zie Num. 16:22; 27:16; Job 10:12; 27:3; Ps. 139:13….. Ps. 31:16 (Mijn tijden zijn in uw hand); Ex. 20:13; Dan. 5:23 ‘De God in wiens hand uw leven is’;
b. Mens geschapen naar Gods beeld (Gen. 1:26), mogen wij het leven van een beelddrager van God bekorten?;
c. God stelt de doodstraf op het doden van een mens (Gen. 9:6). Euthanasie is doden.

Het gaat niet om absolute eerbied voor ‘HET LEVEN’ (zoals men soms suggereert dat wij voorstaan) maar om absolute eerbied voor de HEER VAN HET LEVEN (Deut. 32:39; 1 Sam. 2:6). Men mag dus in bepaalde gevallen het menselijk leven aantasten, beëindigen (zie Gen. 9:6; Rom. 13:4, maar alleen daar waar GOD dit aangeeft. We moeten zelfs bereid zijn ons leven te willen geven voor anderen, maar dat is geen euthansie.

We moeten altijd de dood onder ogen durven te zien, dus voor die tijd beschikking treffen: Denk aan Gen. 47:29; 1 Kon. 2:1; Jes. 38:1; Joh. 19:26; Fil. 1:23.

‘Zelf’ in het woord ‘zelfbeschikking’ mag niet staan tegenover ‘God’, maar tegenover de ander. Erkennen we het recht van God om over ons leven te beschikken? Is iemands zelfbeschikking een beschikking van God of een beschikking die men buiten God om neemt? Bedenk wel dat ons lichaam niet van onszelf is (Rom. 12:1). Gelovigen zijn leden van het lichaam van Christus ook wat het lichaam betreft (1 Kor. 6:15).

We wijzen euthanasie af, maar mogen tegenover lijden niet inactief blijven. We mogen en moeten er tegen ingaan, het verzachten, het proberen te verhelpen. Laten we een voorbeeld nemen aan onze Heer die zorg had voor de zieken en voor hen die lijden ondergingen.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies