Betekenis van het woord
Het woord ‘gemeenschap hebben’ houdt in: iets delen met een ander. Partner zijn. Het kan bestaan in:
- Samen met iemand iets doen. Je hebt dan gemeenschap in een bepaald werk. Deelnemen aan een collecte valt er ook onder (2 Kor. 8:4).
- Samen hetzelfde ondergaan, bijvoorbeeld smaad/vervolging (2 Kor. 1:7; Fil. 3:10).
- Samen met anderen in eenzelfde betrekking staan tot iets of iemand dan heb je in dat opzicht ook gemeenschap met elkaar.
Bijbelse uitdrukkingen
- Alle gelovigen zijn geroepen tot de gemeenschap van Gods Zoon, Jezus Christus, onze Heer (1 Kor. 1:9). Mogelijke verklaringen van deze tekst:
a. De gemeenschap die de Zoon geniet (zoals 1 Joh. 1:3);
b. De gemeenschap met Gods Zoon;
c. De gemeenschap gekenmerkt door Gods Zoon. c heeft voorkeur.
Drukt de aard van de gemeenschap uit. Ze is niet door mensen bepaald, maar door Gods Zoon. - Gelovigen kennen de gemeenschap van de Heilige Geest (2 Kor. 13:13). Ze hebben deel aan de H. Geest, maar ze ervaren ook dat Hij met hen is, hen leidt.
- We hebben gemeenschap met de Vader en met zijn Zoon, Jezus Christus (1 Joh. 1:3). Met de Vader delen we de waardering voor de Zoon en met de Zoon delen we de liefde van de Vader.
- Als gelovigen wandelen we in het licht en hebben daardoor gemeenschap met elkaar (1 Joh. 1:3, 7).
- Deze gemeenschap wordt in de praktijk beleefd door de omgang als gelovigen en symbolisch uitgedrukt door het deelhebben aan het avondmaal (1 Kor. 10:16, 17).
a. Gemeenschap van het bloed van Christus – door bloed v. Chr. gekenmerkt.
b. Gemeenschap van het lichaam van Christus-idem door lichaam.
- Gemeenschap aan zonden. Dit moeten we voorkomen (Ezech. 5:11; 1 Tim. 5:22; 2 Joh. vs. 11; Openb. 18:4).
Omgang met God
Adam had gemeenschap/omgang met God – opdracht hof bebouwen en bewaren. Verbroken door zondeval. God zoekt mens op, niet andersom. Op grond van offer omgang met God mogelijk. Dit door de ‘bekleding’ met rokken van vellen > ziet op dood van een ander.
Henoch Noach en anderen: Wandelen met God. Alles met God bepraten, gebed – Izaäk. Gods v. verborgen omgang vinden, zielen waar zijn vree in woont. Tabernakel > God woont te midden van zijn volk. Na Pinksterdag > zeer bijzondere gemeenschap. Persoonlijk in binnenkamer, gemeenschappelijk in samenkomst.
Omgang met elkaar
Vloeit uit omgang met God voort. Neemt elkaar aan, zoals…. Vergeeft elkaar zoals…… Samen bidden, samen danken, samen werken, samen lijden.
Voorwaarden, verhinderingen
- Wandelen in het licht: principieel, praktisch. Gemeenschap met God niet meer beleefd door aardse gezindheid, zonden – Izaäk.
- Dan ook niet optimaal met elkaar. Oorzaak: antipathie, geklets over elkaar, onvriendelijk gedrag, verbittering.
Grenzen of verhinderingen voor gemeenschap? Bepaald door kindschap/leden van het lichaam van Christus, bewoners van het Huis van God verhinderingen door zonden.