c Jezus Christus – 03. De Priester

Naam ‘priester’:
Ons woord komt van ‘presbyter’ ofwel ‘oudste’.

Begrip:
De namen in Hebreeuws, Grieks en Latijn geven een afgezonderde stand van personen aan ‘die voor God staan’ en belast zijn met offerdienst.

Ontstaan:
Niet in begin > Abel, Kaïn, Noach, Abraham offerden Gen. 4:3, 4; 8:20; 12:7.

Later > vervreemding van God > dan behoefte aan een tussenpersoon.

Israél: in zijn geheel ‘priesterlijk volk’ Ex. 19:6. Al eerder is Aäron tot hogepriester gewijd. Ex 28:1 vv. Na bondsbreuk > stam Levi gewijd Ex. 32:28; Num. 8:6, 22; Deut. 21:5 i.p.v. eerstelingen aan Aäron toegevoegd.

Christus
hogepriester > nakomeling van Aäron? Nee, uit stam Levi? Nee > Hebr. 8:4. Maar al eerder een priesterschap > Melchizedek > Gn 14:18-20. Christus Hogepriester naar orde van Melchizedek > Ps 110:4; Hb.4:6; 7:17,21. Melchizedek is koning-priester. Christus ook. Deze twee ambten onder Israél niet verenigbaar. Koning uit Juda, priester uit Levi. Maar…. Zach. 6:12, 13.

Hogepriester:
a. Vertegenwoordigt God bij het volk;
b. Vertegenwoordigd het volk bij God.

  • Verrichtte het verzoeningswerk > Grote Verzoendag > Golgotha;
  • Maakt raad van God bekend > Urim (licht) en Thummim (volmaaktheid);
  • Droeg de namen van de stammen op schouders (ondersteuning);
  • Droeg de namen op zijn borst (liefdevolle zorg);
  • Kleding > heerlijkheid van Christus: leerde (belletjes), deed werk (granaatappels).

Hoe geworden? broeders gelijk geworden > Hebr. 2:17.

Hoe deed Hij Verzoening? Door Zichzelf te offeren > Hebr. 2:17; 7:27; 8:3; 9:12, 26.

Wat daarna? ging de hemelen door > Hebr. 4:14 door het voorhangsel > Hebr. 6:19, 20; 9:24; 10:20.

Waar gezeten? a.d. rechterhand van God > Hebr. 8:1, 2; 10:10-12.

Wat doet Hij nu? Komt ons te hulp > Hebr. 2:18; 4:14-16; 7:25. Als Hogepriester heeft Hij medelijden met onze zwakheden. Als Voorspraak treedt Hij tussenbeide als we gezondigd hebben 1 Joh. 2:1, 2.

Wat is zijn toekomst? Als koning – priester te zitten op zijn troon, zoals Melchizedek moede strijders ontvangen en zegenen Gen. 14:18-20.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies