Voor ‘heidenen’ of ‘volken’ die tot geloof komen.
Vroeger: Ef. 2:11 Nu:
1) Volken in het vlees.
1) volk voor zijn naam > 1 Petr. 2:10.
Eigen volk > Titus 2:12; Hand. 15:14.
2) Onbesneden
2) besneden in Chr. > Kor. 2:11.
3) Zonder Christus.
3) in Christus > 2. Kor. 5:17.
4) Vreemd aan het burgerschap.
4) Burgerschap in de hemelen > van Israël Fil. 3:20 Kind van God Joh. 1:12.
5) Vreemdelingen
5) Medeburgers van de heiligen bonden der belofte > Rom. 9:4 huisgenoten van God > Ef. 2:19 meest dierbare beloften ontvangen > 2 Petr. 1:4.
6) Geen hoop
6) Gelukzalige hoop > Titus 2:13.
7) Zonder God
7) Kind van God > Joh. 1:12.
8) In de wereld
8) Hemelse roeping. Nu al geplaatst in de hemelse gewesten.