Romeinen 13:12
Vraag:
Wat is de betekenis van het woord ‘aandoen’ in Schriftplaatsen als Rm 13: 12,14; 1 Ko 15: 53; Ef 6: 11; Ko 3: 12, e.d.
Antwoord:
Het woord aandoen heeft te maken met kleding aantrekken of wapenrusting omgorden. In Rm 12: 12 en Ef 6: 11 zien we dit laatste. Aandoen van de wapenen van het licht en aandoen van de wapenrusting wil zeggen de wapenen omgorden en de wapenrusting aantrekken. Dat is hier natuurlijk figuurlijk bedoeld.
Jezus Christus aandoen (Rm 12: 14) betekent je ‘bekleden’ met Jezus Christus, d.w.z. dat je in je gedrag Christus navolgt en Hem dus laat zien door je daden.
Het aandoen van ‘onsterfelijkheid’ en ‘onvergankelijkheid’ heeft dezelfde betekenis. Het ziet erop dat bij de komst van Christus het vergankelijke en sterflijke lichaam dat we nu hebben veranderd wordt in een onvergankelijk en onsterfelijk lichaam. Het wordt als het ware zo voorgesteld, dat we het ene lichaam uittrekken en het andere aantrekken.
De opdracht in Ko 3: 12 houdt in, dat we het kleed van verkeerde zaken afleggen of uitdoen (vs. 8) en dat we daarvoor in de plaats het kleed van goede werken aandoen (vgl. vs 9). De verkeerde instelling met de daaruit voortvloeiende verkeerde daden worden als een kleed gezien dat ons omhult. Dat oude zondekleed moeten we afleggen. Omgekeerd wordt de nieuwe gezindheid met de daaruit voortvloeiende daden ook als een kleed beschouwd, dat we moeten aantrekken.