Betreft: Afgrond
Vraag:
Wat moeten we hieronder verstaan ?
Antwoord:
In het gewone spraakgebruik gaat het om een diepte waar de grond is weggezakt of weggeslagen. In de bijbel wordt daarbij ook gedacht aan onderaardse ruimten (Gn 7: 11 en 8: 2).
In geestelijke zin wordt aan een diepte gedacht, waarbij we ons moeten voorstellen dat het gaat om een plaats die ver van God en zijn heerlijkheid verwijderd is en die zich ook diep onder de menselijke leefwereld bevindt.
We zullen de diverse teksten de revue laten passeren:
In Lk 8: 31 vragen de boze geesten om niet in de afgrond geworpen te worden. Hierbij moeten we denken aan een plaats waar boze geesten opgesloten en gestraft worden, waarbij ze niet meer werkzaam op aarde kunnen zijn.
In Rm 10: 7 wordt daarop ook gedoeld en de betekenis van dit vers is w.s: wie kan de plaats van het oordeel betreden en het oordeel van God doorstaan. Geen mens kan dat. Christus heeft dat voor ons gedaan. Als je meent het zelf te kunnen, dan haal je als het ware Christus eruit en ontken je dat Hij het oordeel heeft ondergaan.
Op 9: 1,2 en 11. Het is mogelijk dat de afgrond geopend wordt en dat boze machten die er waren opgesloten eruit komen. Dat zal in de toekomst het geval zijn
Op 11: 7 en 17: 8 In dit vers gaat het om een wereldrijk dat ontstaat en om de diktator ervan. In geestelijke zin is het een demonisch wereldrijk rijk dat zijn ontstaan aan duivelse krachten te danken.
Op 20: 1 en 3 onthult dat in de toekomst de satan tijdelijk in deze afgrond geworpen wordt en wel voor een tijd van duizend jaren.
In al deze plaatsen wordt in het Grieks het woord ‘abyssos’ gebruikt.
In 2Pt 2: 4 komen we een ander woord tegen en wel het woord ’tartaros’. Daar gaat het om een plaats.waar bepaalde engelen nu al zijn opgesloten. Diverse uitleggers denken daarbij aan de ‘zonen Gods’ ofwel de engelen van wie in Gn 6: 1-4 gezegd wordt dat ze zich met de dochters van de mensen hebben vermengd.
In de Bijbel is sprake van
- de het dodenrijk (hades=ongeziene) waar degene die sterven heengaan;
- de afgrond (abyssos) waar boze geesten in geworpen kunnen worden;
- de afgrond (tartaros) waar bepaalde gevallen engelen zich nu al bevinden;
- de hel waar in de toekomst alle ongelovigen en ook alle gevallen geestelijke machten geworpen zullen worden. (Op 19:: 20; 20: 7-15)
Behalve de engelen in het derde geval bedoeld, bevinden zich satan en zijn trawanten nu nog in de hemelse gewesten (zie Ef.6: 13).
Tenslotte:
Helaas hebben de Statenvertalers het woord hades met hel vertaald en maken ze dus geen onderscheid tussen het dodenrijk en de plaats van het eeuwig oordeel. Ook de tartaros geven ze met hel weer. Dit werkt verwarrend. We moeten bovengenoemde begrippen onderscheiden, hoogstens duiden de tartaros en de abyssos op dezelfde plaats, maar dat is toch nog maar de vraag.