Betreft: belemmering voor verhoring van het gebed
Vraag:
Gaat de belemmering van ons uit of van God? Kunnen wij gebedsverhoring tegenhouden?
Antwoord:
Het wel of niet verhoren van onze gebeden is een zaak van God. Hij heeft de macht om gebeden te verhoren. Hij is soeverein om ze in bepaalde gevallen niet te verhoren.
Wij kunnen er echter de oorzaak van zijn, dat God onze gebeden niet verhoort. De oorzaak van de belemmering voor de verhoring kan bij ons liggen en ze ligt zelfs in de regel bij ons.
Als wij om iets bidden alleen om onze eigen eer of om er bepaalde begeerten mee te vervullen die niet uit God zijn dan verhoort God ons gebed niet. De oorzaak ervan ligt dan echter bij ons en niet bij God.
Neem als voorbeeld het volk Israël. God verhinderde dat het volk de eerste keer bij Kades Barnea het land binnentrok. Hij deed dat door de vijanden de overhand over Israël te geven toen ze probeerden het land in te trekken. Maar wie was er de oorzaak van dat ze het land toen niet kregen en eerst nog 38 jaar door de woestijn moesten trekken? Dat was God niet! Die belemmering lag bij het volk. Zij geloofden God niet. Dat was de oorzaak.
In 1 Pt 3: 7 staat een heel belangrijke oorzaak van verhindering van de verhoring van ons gebed. Als de verhouding tussen man en vrouw niet goed is (als de man zijn vrouw slecht behandeld) dan is dat een belemmering voor de verhoring van zijn (hun) gebed. De oorzaak ligt dan niet bij God maar bij de bidder.