God de eer roven

Betreft: God de eer roven

Vraag:

Zijn de volgende uitdrukkingen die vaak gebruikt worden in gebeden, wel in overeenstemming met de Bijbel?
(1) ‘Heer we geven u de eer, die we u ontroofd hebben terug’
(2) ‘Uw eer hebben we met voeten getreden’
(3) ‘We hebben uw eer genomen door u te onteren in woord en werk’

Antwoord:

(alg ) Deze uitspraken komen we zó niet letterlijk tegen in de Bijbel, maar dat betekent natuurlijk nog niet dat ze daarom onjuist zijn. We zullen ons moeten afvragen wat men met deze uitspraken bedoelt.

Daarbij moeten we begrijpen dat ’taal’ geen ‘wiskunde’ is. In de wiskunde moet je je volkomen exact uitdrukken. Taal is echter een levend communicatiemiddel waarbij je naar de bedoeling moet vragen. Wij drukken ons in het gewone taalgebruik niet wetenschappelijk exact uit en de Bijbel doet dat ook niet. Denk maar aan Jh 5:26 ‘Werk niet om de spijs die vergaat’. Die uitspraak van de Heer is niet strikt letterlijk bedoeld. Dan zou dit voorschrift in strijd zijn met wat in 2Th 3:10 staat.

Laten we nu eens kijken hoe de Bijbel over ‘eer geven’ e.d. spreekt.
In Lk 17:18 lezen we de vraag van de Heer Jezus: ‘Waren er dan geen anderen om terug te keren en God eer/heerlijkheid te geven?’ Nu heeft God zijn eigen eer of heerlijkheid. In strikt letterlijke zin kunnen wij Hem geen eer of heerlijkheid toevoegen. De bedoeling van de uitspraak ‘God eer geven’ of ‘God heerlijkheid geven’ is echter God eren, rekening houden met wat hem toekomt aan eerbetoon (vgl. Rm 4:20,21; 1 Tm 1:17). Zie ook 2 Pt 1:17 waar we de gedachte van eer en heerlijkheid geven, heel duidelijk verklaard vinden in de slotwoorden van dat vers.

De uitdrukking ‘God grootmaken’ (Hd 10:46) helpt ook om de kwestie van het eer geven te verduidelijken. In letterlijke zin kunnen wij God natuurlijk niet grootmaken. God is groot van Zichzelf en aan zijn grootheid en heerlijkheid kunnen wij niets toevoegen. Wij kunnen echter wel van zijn grootheid en heerlijkheid getuigen. Voor mensen en engelen maken wij Hem dan groot. Verhelderend is ook Op 4: 11. Daar lezen we dat God waard is ‘kracht te ontvangen’. Maar hoe kan aan God kracht gegeven worden? In letterlijke zin is dat onmogelijk. De bedoeling is echter dat van Gods kracht getuigd wordt. Zie ook Op 5: 12 en 13!!

Als we met God geen rekening houden en Hem niet loven, danken of eren dan onthouden wij Hem de eer en de heerlijkheid die Hem toekomt (zie Hd 12:23). We doen Hem dan tekort

(2) Met de in de vraag genoemde tweede uitdrukking wordt bedoeld dat de mens door de zonde God niet heeft geëerd, maar zelfs ook een smaad op Zijn naam heeft geworpen. Dat deden Adam en Eva toen ze ongehoorzaam werden aan God en satan geloofden. Daarmee tastten ze God in zijn eer aan.Veronderstel dat een zoon zijn vader zo behandelt en hem in een kwaad daglicht stelt, dan zegt zo’n vader: ‘Je hebt mijn naam door het slijk gehaald’.
(3) Onder ‘uw eer nemen’ kunnen we eveneens verstaan: God niet eren, ja integendeel een smaad op Hem werpen door onze woorden en werken.

(1) Met de eerste uitdrukking ben ik wat minder gelukkig, want daar kan de gedachte bij opgewekt worden, dat wij God een bepaalde hoeveelheid eer hebben ontnomen en dat we Hem nu diezelfde portie teruggeven. Of ook dat we Hem nu eren in dezelfde mate als we Hem onteerd hebben. Dat lijkt erop dat wij God de smaad Hem aangedaan kunnen vergoeden en dat is niet het geval. De Enige die God kon eren in dezelfde mate, ja in hogere mate dan wij hem onteerd hebben was Jezus Christus en Hij deed dat toen Hij het kruiswerk volbracht.

Die uitdrukking zou ik dus liever niet gebruiken, maar zij die zich zo uitdrukken zullen dit waarschijnlijk niet zo bedoelen. We moeten ze er dus niet hard om vallen, zolang ze er geen leerstuk van maken.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies